Dat weet ik nog

Smederij Tukker, 100 jaar in de familie

De smederij van toen is een flinke fabriekshal geworden. Eerst verhuisde de smidse naar de Prins Bernardstraat, waar het bedrijf lang gehuisvest was. Pas onlangs is de bedrijfsruimte daar afgebroken. Het bedrijf is nu met een grote fabriekshal en kantoorruimte gevestigd op de Franciscusweg. Maar er staat nog steeds een Tukker aan de leiding, al heet deze nu ‘Gomez’ met zijn achternaam. Dat zit zo.De huidige eigenaar is Michael Gomez – mede-eigenaar moet je eigenlijk zeggen, want zijn vader werkt nog een paar dagen in de week mee. De moeder van Michael was een echte Tukker, een kleindochter van de oprichter uit 1922. Zij trouwde met Gomez, een Spanjaard. En zo kwam de naam Gomez in de familie. Het bedrijf vierde onlangs haar 100-jarig bestaan. Het maakt tegenwoordig grote projecten: hekwerken, trappen, balustrades, aanbouwen aan huizen, en zelfs hele fabriekshallen. Zo bouwden ze hun eigen fabriek aan de Franciscusweg. Problemen met de energiekosten hebben ze gek genoeg niet, onlangs hebben ze 120 zonnepanelen op het dak gelegd. En gas hadden ze tóch al haast niet. Of er nog 100 jaar bijkomen is de vraag. “Het is moeilijk om aan personeel te komen”, vertelt Michael Gomez. “Jongelui willen niet meer met hun handen werken, ze willen op kantoor zitten. Metaal bewerken lijkt een uitstervend beroep.”

Ineke vd Rotte


Lees het interview met Theo Mooiweer

De Vorstin

In november 2004 werd besloten dat er een nieuwe accommodatie moest komen. Na een ontwerpwedstrijd werd architectenbureau De Architekten Cie. gekozen. Dit architectenbureau ontwierp onder andere ook de Heineken Music Hall in Amsterdam, stadsschouwburg De Harmonie in Leeuwarden en megabioscoop Pathé Arena in Amsterdam. De kosten voor het nieuwbouwproject bedroegen ongeveer 11,8 miljoen. Het gebouw, bestaande uit een complexe stalen constructie, werd in december 2009 in gebruik genomen.
De Vorstin heeft een grote zaal met uitschuifbare theaterstoelen en een bezoekerscapaciteit van 850 (staand) of 240 (zittend) personen. Daarnaast is er een kleine zaal, die beschikt over een podium en plaats biedt aan 200 tot 250 bezoekers. Met de nachtprogrammering Nachtvorst richt de Vorstin zich op jongeren in het Gooi. In 2010 vonden in De Vorstin de audities voor het televisieprogramma The voice of Holland plaats.
Het radioprogramma AVROTROS Muziekcafé (voorheen TROS Muziekcafé) wordt sinds 2011 rechtstreeks vanuit dit theater uitgezonden.

Huis met de pilaren

Voor de Senver-leden, die mee geweest zijn met de wandeling ‘Door de Boomberg’ waarschijnlijk herkenbaar. Wij zien een gedeelte van het Huis met de Pilaren aan de Peerlkamplaan 18-20, bij het Rosarium.
Het huis werd in 1836 als Villa Lindenheuvel gebouwd in opdracht van Johannes van der Linden op zijn buitenplaats aan de ‘s Gravelandseweg/hoek Boomberglaan. Op de plaats waar nu het vml. Kantongerecht staat.
In 1881 werd de villa afgebroken en herbouwd aan de Peerlkamplaan in opdracht van de nieuwe eigenaar Christiaan van Lennep, een planter uit Nederlands Indië. Het huis heeft een neoclassicistische bouwstijl, die karakteristiek is voor de eerste helft van de 19e eeuw. Architect is J.D. Zocher (1791-1870).
In mei 1994 is de villa getroffen door een grote brand. De restanten zijn in 1996 opgekocht door het echtpaar Ronald en Margot Brons-Verkaik. Tijdens de restauratie en opbouw tot 1998 woonden zij soms in een caravan in de tuin, om de werkzaamheden goed te kunnen volgen.
De villa bestaat uit drie gestapelde delen. Tijdens de restauratie vond men de unieke Fries met decoraties, uitgevoerd in graffiti-techniek. (De voorstellingen worden in enkele verschillende gekleurde pleisterlagen uitgesneden).
Opvallend is de sierlijke letter L, die aangebracht zijn op de amfora’s.
In 2006 besloot de Stichting Pas Op haar eerste jubileumtrofee aan het echtpaar Brons uit te reiken voor het geweldige resultaat van de restauratie.

Ja, dat weet ik nog…  Het Badhuis

6 thoughts on “Dat weet ik nog

  1. We woonden op de Hoge Larenseweg vlak om de hoek van het badhuis aan de Huygensstraat. We kwamen er januari 1947 wonen. Je kon je wassen beneden in de keuken, alleen koud water, of boven bij de wastafel ook koud.. Er was boven nog een piepklein kamertje,meer een hokje, daar heeft mijn moeder een mini-keukentje annex douche laten aanleggen, alles op maat gemaakt door de timmerman in de straat. Geen badhuis meer nodig!

  2. Dit badhuis ken ik wel, maar alleen van zien. Ik woonde in Hilversum Noord op het bovenhuis van Ahrend Globe aan de Simon Stevinweg. Wij hadden in de eerste jaren ook geen badkamer, dus gingen we naar het badhuis dat gelegen was aan de Huygensstraat, tussen de Hoge Larense weg en Geuzenweg. Net als het berichtje van mevrouw Zwart stond je naar mijn gevoel net onder de douche of er werd al op de deur gebonsd. Ook hier geen aardige badjuffrouw. Wat waren ook wij blij toen het bovenhuis verbouwd werd en ook wij een badkamer met douche kregen.

  3. Mijn belevenissen met het Badhuis.
    Vaak denk ik terug als in er langs kom. Een nuttige en hygienische instelleling en naar ik meen een Dudok gebouw.
    Ik woonde op de Gijsbrecht v. Amstel. Geen douche in huis alleen een koud water kraan in de keuken. Dus om de beurt dagelijkse wasbeurt en deur dicht. Eén keer per week naar het badhuis. Toen ik zelf verdiende ging ik wel twee keer wat moeder maar luxe vond. Kaartje kopen (juffrouw in een Loketje) en op je beurt wachen. Soms nam ik een dubbelbad. 2x 20 minunuten eerst schoon en dan heerlijk in een vol bad. Als de tijd om was werd er op de deur bebonst en aangemaand tot spoed. Kolensjouwers kwamen aan het eind van elke dag en wachten BUITEN op het bankje op hun beurt.
    Later kwam ik er bij de fysiotherapie die er gevestigd was. De oude bordjes hingen er nog als aandenken. Wat een bad kostte weet ik niet meer. Moderne huisinrichtingen maakte het ” instituut” overbodig.

  4. Het zal ongeveer 72 jaar geleden zijn.
    Mijn ouders gingen verbouwen ,we kregen een badkamer!
    Dat was fantastisch natuurlijk, maar in de tussentijd moesten
    de kinderen ook gewassen worden ! mijn moeder en ons meisje gingen met ons op pad naar het badhuis. een heel uitje voor ons, daar waren we nooit geweest. ik weet nog dat het er heel warm was ! Er waren allemaal hokjes op een rij. Je kreeg een kleerhangertje mee en dan kon je onder de douche. Heel spannend , haren wassen afdrogen en dan weer naar huis. Wel heerlijk dat we later zelf een bad en douche hadden, maar toch ben ik de herinnering niet vergeten.

  5. Een keer in de week. En dan zat je in de grote wachtkamer op een houten bank langs de muren, te wachten tot de badmeester je kwam roepen en hij wees je dan je douche hokje aan.
    Het kostte 0,25 cent in 1951.

  6. Zeker weet ik dat nog. Elke vrijdagmiddag ging ik met mijn moeder naar het Badhuis! Wij woonden ik de bloemenbuurt en hadden destijds nog geen douche. Het was een hele onderneming,vond ik, het moest allemaal heel vlug,vlug. Uitkleden ging vlot, het douchen koste een dubbeltje, in mijn gevoel stond je amper onder de douche of er werd al op de deur gebonsd!! Vlug aankleden, natuurlijk niet goed droog, en je stond weer op straat. Mijn moeder nam vaak een kuipbad, ja zo werd dat genoemd koste een kwartje! En die mevrouw die de boel runde was niet zo aardig. Wat was ik blij met onze eigen douche!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Please reload

Please Wait