In 2019 verscheen de fantastische biografische roman over Pyotr Ilyich Tsjaikovsky ‘De dood van Pyotr Ilyich’, geschreven door de Hilversummer Rien Schraagen.
Er staat onder andere in beschreven hoe Tsjaikovsky zich laat portretteren door de Oekraïense schilder Kuznetsov:
“‘Mag ik uw portret schilderen?’ vroeg de schilder Nikolay Kuznetsov toen ik in Odessa was. Ik had het razend druk met de repetities van Schoppenvrouw en het dirigeren van vijf concerten, maar ik wilde geen “nee” zeggen. Wat Kuznetsov met het schilderen van mijn portret hoopte te bereiken zou ik in de verste verte niet weten, maar met een wellustige blik zette hij mij op het doek. Mijn god, wat kon stilzitten vermoeiend zijn, starend naar de imposante druipsnor van de kunstenaar tegenover mij. En warempel, de contouren van de figuur die daar uit canvas, verf en terpentijn verrees, leken verdacht veel op de mijne. De man bleek vakbekwaam in het kopiëren van het tast- en zichtbare en wist een levend mens te scheppen tegen een achtergrond van boomschors met lichtvlekken.”
Maar ik verafschuwde zoals hij mij had afgebeeld: als een nog nauwelijks herstelde psychiatrische patiënt, zojuist ontslagen uit de inrichting, die met een schuchtere blik van geforceerd zelfvertrouwen vanonder zijn borstelige wenkbrauwen en kalende schedel de wereld in kijkt, tersluiks en afwerend. Maar wie goed observeert ziet de rechterhand, steun zoekend op tafel, want loslopen lukt nog niet. Zag ik er echt zo uit, of was hier slechts de schuchterheid vereeuwigd die mij overvalt zodra ik wordt bekeken door een fotograaf, een schilder of een publiek in de concertzaal?
Had ik nu maar nee gezegd. En als er dan een portret moest komen, waarom had Ilya Repin het dan niet geschilderd? Die beeldde het wezen van de mens af: op zijn doeken van Anton Rubinstein onverzettelijk, Vladimir Stasov meedogenloos, Modest Mussorgsky verdwaald. Welke schilder kon mij zo schilderen zoals ik was?
Kuznetsov wilde het portret aan mij schenken. Eindelijk kon ik nee zeggen. Stel je voor dat ik mij elke dag aan de muur zag hangen, en dan in deze hoedanigheid. Ondenkbaar!…