Gevelsteen Adelaarstraat 80 hoek Minckelerstraat 112-118
Slechts een handje vol mensen wisten te achterhalen waar deze steen te vinden is. Gerard P, Annemieke P, Willem N, Jetty C en Leny D waren de speurneuzen met de (soms gedeeltelijk) goede antwoorden.
Gerard meldde dat de gevelsteen geplaatst is vanwege het jubileum (1910-1951) van de Arbeiders Bouwvereniging Hilversum en dat Hilversum vele woningbouwverenigingen en corporaties rijk geweest is. Hiervan zijn er nog drie overgebleven: De Alliantie, Dudok Wonen en Gooi & Omstreken.
Leny beschrijft de steen:
Het is een veelvormige ’tegel’ van ongeglazuurde terracotta met vlakken van verschillende dieptes waarop in goud/geel-geglazuurde letters en cijfers staat vermeld: ARBEIDERS.BOUWVEREENIGING “HILVERSUM” (de aanhalingstekens op de schrijflijn), 9e BOUW, 1951, J. VAN LAREN.ARCHITECT. Bouwdatum: 1950-1951. Een opmerkelijk detail is de wijze waarop de naam van de architect als het ware ‘om de rand heen’ is geschreven. De 9e Bouw omvat de woningen Minckelerstraat 80 – 134.
In nummer vier van jaargang 2001 van Eigen Perk staat naast een foto van de onthulling van deze gevelsteen de volgende informatie:
Bij het negende complex van de arbeiders- bouwvereniging Hilversum werd op zaterdag 13 oktober een gevelsteen onthuld. Dit ter herinnering aan de moeizame totstandkoming van de ruim vijftig woningen aan de Minckelersstraat/Sperwerstraat. Met de bouw was al in juni 1947 begonnen. Architect was Jan van Laren, aannemer de heer Dijkhuis. Bij de plechtigheid voerden voorzitter W. Schaefer, wethouder T.Ph. Beudeker en federatie-voorzitter De Rooy het woord. Schaefer suggereerde om enkele straten naar de initiatiefnemers van de arbeiderswoningbouw te vernoemen. Na bezichtiging van de woningen was er een feestelijke bijeenkomst in Hotel Santbergen. Het was voor het eerst sinds negen jaar dat de corporatie een nieuw complex had gebouwd. Men beschikte nu over 534 woningen, maar er stonden nog ruim 650 leden op de wachtlijst.
Arbeiders Bouwvereniging Hilversum
Annemiek wist informatie over de Arbeiders Bouwvereniging Hilversum (ABH) te vinden in de archieven van de historische kring Albertus Perk. In nummer 4 van jaargang 2006 vond ze de volgende informatie over de Arbeidersbouwvereniging Hilversum: De ABH werd opgericht op 19 april 1910 na een conflict met een huisbaas over een gedwongen huisuitzetting. De ABH was de eerste woningbouwvereniging in Hilversum die er in slaagde een woningcomplex te realiseren met Rijkssteun en gemeentelijke medewerking conform de bepalingen in de Woningwet. Landelijk gezien was het de zevende bouwvereniging die hierin slaagde. Om het eerste complex te realiseren had men de toen bekende Arie Keppler, directeur van de Woningdienst in Amsterdam, aangetrokken als adviseur. Grond verkreeg men door in een advertentie om aanbiedingen te vragen; blijkbaar was de locatie van het te bouwen complex niet erg interessant. In 1912 kocht men grond aan de Neuweg voor ƒ1,75 per m2 en wist daar al snel 50 woningen te doen verrijzen. De bouwkosten per woning bedroegen zo’n ƒ2.250 en de huurprijs lag, afhankelijk van het type woning, tussen de ƒ2,85 en ƒ3,85 per week. De leden van de ABH kwamen wel allen uit de arbeidende stand en van de eerste 27 leden waren er 26 diamantslijper en één was als arbeider werkzaam bij de spoorwegen. In de periode voor de Tweede Wereldoorlog werden door de ABH zeven woningbouwcomplexen gerealiseerd met in totaal 439 woningen.
Geschiedenis van De Gooi & Eemlander
De Gooi- en Eemlander ontstond uit het Gooisch Nieuwsblad, opgericht in 1871 door Johannes Geradts, en gedrukt op een zolder in Hilversum op een kleine handpers. Al gauw werd dit nieuwsblad ook in Bussum/Naarden, Laren/Blaricum, Eemnes en Baarn/Soest verspreid en koos Geradts de titel De Gooi- en Eemlander. In 1900 riep Geradts na een grote brand de hulp in van de drukkers, de gebroeders Klene, die de krant wat later overnamen en eigenaren bleven tot 1996. Redactioneel ging het in de eerste jaren slechts om het weergeven van feiten. Nadat in 1901 de krant twee keer per week verscheen, werd de krant in 1923 dagblad. In 1920 verschenen er al 8.500 exemplaren. In 1940 telde De Gooi- en Eemlander al bijna 19.000 abonnees. De krant ging toen echter meewerken aan de eisen die de Duitse bezetter stelde en moest dat bekopen met een verschijningsverbod in 1945. Dit kwam de krant weer te boven, en hij groeide mee met de sterke groei van Hilversum in de jaren 50 en 60.
In de jaren zeventig kreeg de krant een centrumlinkse signatuur, mede door de opkomst van de PvdA in Hilversum, dat voor de oorlog een overwegend liberale en katholieke gemeente was. In 1980 bereikte de krant haar hoogste oplage van 60.000. Sinds 1996 is de krant deel van de Telegraaf Holding. Het aantal abonnees was anno 2016 17.337.
Bron: wikipedia.
Burgemeester Bootstraat
Een straat die nog niet zo lang bestaat maar wel bekend is bij menigeen. En misschien al bekend was voordat er überhaupt woningen stonden.
Niet iedereen was tevreden met de naam. Deze weg – tussen de Hoge Naarderweg (bij het Raadhuis) en de ‘s-Gravelandseweg – zou aanvankelijk Molenpad genoemd worden, een straatnaam die in Hilversum vroeger al op een andere plek had bestaan: het begin van de huidige Vaartweg (tot aan de Valkenhoflaan). Maar dat was niet de reden van de ontevredenheid.
Aan de ’s-Gravelandseweg stond vroeger ook een molen: “de Ruiter”, met een molenaarshuisje: huisnummers 70-72. Gebouwd in 1850, de molen werd gesloopt in 1921. Het molenaarshuisje aan de ‘s-Gravelandseweg (nog steeds met beide huisnummers 70-72) is een gemeentelijk monument. Herkenbaar aan het nog steeds goed leesbare witte opschrift “BOXEN GARAGE” op de zijmuur. Voor het nieuwe laantje richting Raadhuis was daarom de naam Molenpad bedacht. Maar in 2018 veranderde het gemeentebestuur dat op het laatste moment in “Burgemeester Bootlaan”.
Een bericht van 13 september 2018: “Bewoners Molenpad tegen Burgemeester Bootlaan. De plannen van de gemeente om het Molenpad te veranderen in Burgemeester Bootlaan zijn bij veel bewoners niet in goede aarde gevallen. De SP en de PvdA steunen de inwoners in hun bezwaar, mede door het verleden van de burgemeester.”
De bezwaren tegen de naamsverandering waren gebaseerd op het feit dat burgemeester Boot zich in de jaren tachtig had uitgesproken voor het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Hij hield er controversiële opvattingen op na. Het boek “Praatboek uit Zuid-Afrika“ uit 1982 (geschreven door de heer Boot en zijn echtgenote) was een pleidooi voor de ‘Grote Apartheid’.
Dit leidde tot historisch onderzoek en een hoorzitting op 30 augustus 2018. De Commissie Bezwaarschriften heeft d.d. 16 oktober 2018 een advies uitgebracht. De Commissie Bezwaarschriften heeft geadviseerd een van de ontvangen bezwaarschriften niet-ontvankelijk te verklaren en de overige ingediende bezwaarschriften ongegrond te verklaren. Voorgesteld werd de op 27 maart 2018 voorgestelde naam ‘Burgemeester Bootlaan’ aan te houden. Aldus geschiedde. (Bron: de nieuwe Straatnamenwebsite van de Hilversumse Historische Kring Albertus Perk.)
De bewoners van de veertien nieuwe huizen die verrezen tussen de ’s-Gravelandseweg en de Hoge Naarderweg konden hun verhuiskaarten laten drukken. Hun nieuwe adres is definitief Burgemeester Bootlaan in Hilversum
Burgemeester Pieter Broertjes concludeerde na onderzoek door historicus Pepijn Reeser dat Boot ’hooguit naief’ is geweest. ’Hij heeft zich zeker uitgesproken voor de apartheid maar met het idee dat die apartheid van binnenuit moest verdwijnen’. Volgens Broertjes is Boot door de SP en de PvdA onterecht afgebrand.
Nog enige tijd was de naam Molenpad te lezen in een door bewoners onderhouden minituintje langs de laan. Daar staat nu een zitbankje, en de naam Molenpad is ook daar verdwenen.
De gasfabriek
Al in 1860 had Hilversum een gasfabriek. Deze was in particuliere handen. Eigenaar was C.M.A. Hafkenscheid. Hij kreeg van de gemeente een concessie (vergunning) voor 25 jaar. Voor het exploiteren van de gasfabriek kreeg hij een vergoeding van de gemeente. Daartegenover stond dat de gemeente geen onderhoud hoefde te doen. De oprichting van de gasfabriek zorgde ervoor dat de olielampen die tot dan toe het dorp verlichtten, werden vervangen door straatverlichting op gas.
Bij de bouw van de gasfabriek werd ook de spoorlijn doorgetrokken vanaf het station naar de gasfabriek voor de aanvoer van kolen. Kolen waren de belangrijkste grondstof voor het maken van gas.
In 1885 liep de concessie van Hafkenscheid af, dus moest de gemeente een keuze maken. Zij besloot om een gemeentelijke gasfabriek te bouwen aan de Kleine Drift. Dat stuk grond was toen nog een stuifzandgebied buiten de bebouwde kom. De bouw van de gasfabriek was een grote onderneming en kostte 150.000 gulden. De fabriek werd uitgerust met ovens, loodsen en twee gashouders van 780 m3. Gashouders waren ronde opslagplekken voor het gas. Die waren nodig, omdat het verbruik van gas grote pieken en dalen kende, terwijl de productie van gas vrij constant was. In 1893, 1899, 1905 én 1933 kreeg Hilversum nieuwe gashouders met meer opslagcapaciteit. De laatste had een capaciteit van 30.000 m3.
Het gas dat in de fabriek gemaakt werd, gebruikte de gemeente voor straatverlichting. Een deel ervan werd verkocht aan particulieren: rijke inwoners en fabrieken, zoals de Hilversumse Stoomspinnerij en Weverij. Op deze manier was de gasfabriek winstgevend voor de gemeente. Aan het eind van 1885 had Hilversum al 339 straatlantaarns op gas en waren er 260 particuliere aansluitingen voor meer dan 2000 gaslampen. Het gas werd aangevoerd door 21 kilometer aan nieuwe leidingen.
In 1962 ontdekte men het gasveld in Slochteren, Groningen. Door de ontdekking bij Slochteren was de verwachting dat gas veel goedkoper zou worden. Daarnaast was de Hilversumse gasfabriek inmiddels aan vervanging toe. Als één van de eerste Nederlandse gemeenten besloot Hilversum daarom over te stappen op gas uit Groningen. Vanaf 1963 ging Hilversum geleidelijk, wijk voor wijk, over op aardgas.
De gasfabriek werd buiten gebruik gesteld en de stokerij gesloopt. De andere delen van de fabriek inclusief de gashouders werden geleidelijk afgebroken. In 1971 stonden op de plek van de gasfabriek alleen nog kantoren en andere voorzieningen. Tegenwoordig staan de woontorens van Villa Industria op de plek waar ooit de gasfabriek stond. De ronde vorm van de flats verwijst naar de oude gashouders.
Wijkgebouw De Geus
Het ging vorige week bij de puzzelfoto om wat nu wijkgebouw de Geus heet, gelegen aan de Geuzenweg 84. Vroeger was het een school, die later in de jaren 70 door buurtbewoners in gebruik is genomen als wijkcentrum en waar veel activiteiten plaatsvinden.
Bij veel lezers wekte de foto herinneringen op. Hoewel de naam van de foto was weggepoetst, herkende Gerard wijkcentrum De Geus onmiddellijk. Met daarachter de voormalige hoofdonderwijzerswoning op nummer 82. Op Internet vond hij er veel over. Zoals dat het hoofdgebouw in 1905-1906 gebouwd is als “School met den Bijbel” voor kinderen in de wijk Over ’t Spoor. Architect was E. Hoogervorst, in de voor die tijd artistieke Overgangsstijl.
Tip van Gerard: Hij kent De Geus voornamelijk van de bovenverdieping waar de Hilversumse Modelbouwvereniging actief is met allerlei indrukwekkende modellen, waaronder een modelbaan van Station Hilversum en omgeving in de jaren dertig. Een bezoek meer dan waard: maandagavond en woensdag overdag. Gaat dat zien!
De echtgenoot van Els was jarenlang als secretaris en ook als voorzitter betrokken bij deze vereniging. Tijdens opendagen ontving Els de mensen met een kopje koffie of thee en droeg zo ook haar steentje bij.
Anja heeft er 6 jaar gewerkt als onderwijzeres toen de school nog De Geuzenschool heette, dat was in de jaren zestig. Lidy was een aantal jaren beheerder van het pand. Ze deed dat in dienst van Versa.
In het gebouw oefent bijvoorbeeld ook de musical-school: Het Kristaltheater waar de kleindochters van Niki heerlijk leren dansen en zingen.
Erna schrijft: “Het gebouw is vroeger een school geweest; het is te zien aan de ramen en aan de indeling binnen. En ook aan het schoolplein voor de school en het hek”. Voor haar heeft m.n. dat schoolplein een hoog “aap, noot, mies” gehalte. Maar dat zal dan komen, omdat zij jarenlang kinderen daarmee heeft leren lezen. Op het ronde kozijn van de binnendeur staat de tekst: “Laat de kinderen tot mij komen”. Ze hoopt dat de tekst de tijd heeft doorstaan. Het geeft het gebouw iets eigens. In de jaren 80 heeft de Volksuniversiteit Hilversum op zolder een lokaal gehuurd. Daar werden cursussen Nederlands en rekenen gegeven. En ook zij weet van de modelbouwvereniging.
Laurien bracht haar zoontje naar de peuterspeelzaal in dit gebouw. Ze geeft ook een complimentje aan de vrijwilligers en de activiteiten in het gebouw, want het draait er volgens haar zonder subsidie
De Vorstin
De puzzelfoto van vorige week toont een deel van de zijgevel van pop- en cultureelpodium ‘De Vorstin’, Koninginneweg 44. Het podium werd geopend in 2010. Het was de opvolger van ‘De Tagrijn’.
De Tagrijn werd gesloten in 2007. Ze was gevestigd in een voormalig en ‘gekraakt’ schoolgebouw van de St. Jozefschool op deze plek. De Tagrijn is ontstaan uit een fusie van twee jongerencentra: ‘Utopia’ (aanvankelijk gevestigd in het als ‘Ons Gebouw’ bekendstaande gebouw aan de Havenstraat), en ‘De Fietsenstalling’ (van 1972 tot 1976, gevestigd op het Stationsplein). Het jongerencentrum was geruime tijd naast poppodium ook een ontmoetingsplek voor junkies en drugsdealers en een gedoogplek voor softdrugsgebruikers.
Vanaf de jaren negentig deed de Tagrijn meer en meer dienst als popcentrum. In november 2004 werd besloten dat er een nieuwe accommodatie moest komen. In 2007 werd dit gebouw gesloten, waarna het als gevolg van brandstichting afbrandde. Niet veel later werd het pand gesloopt. Na een ontwerpwedstrijd werd een ontwerp van architectenbureau De Architekten Cie. gekozen. De kosten voor het nieuwbouwproject bedroegen ongeveer 11,8 miljoen euro. Het gebouw, bestaande uit een complexe stalen constructie, werd eind 2010 in gebruik genomen en De Vorstin was geboren.
De Vorstin heeft een grote zaal met uitschuifbare theaterstoelen en een bezoekerscapaciteit van 850 (staand) of 240 (zittend) personen. Daarnaast is er een kleine zaal, die beschikt over een podium en plaats biedt aan 200 tot 250 bezoekers.
De Vorstin is niet alleen architectonisch apart maar ook technisch. Het staat namelijk op schokdempers om trillingen voor de buurt te voorkomen.
Nieuwe Laanstraat 2
Een heel bijzonder huis met een bijzonder verhaal.
Je zou zo denken dat dit een wel heel oud huis zou kunnen zijn. Maar niets is minder waar. Dit huis is gebouwd in 2003 en is onderdeel van het Hilversums historisch buurtje. Dat buurtje is te vinden tussen de Laanstraat en de Kruissteeg. Historische panden die elders in Hilversum moesten wijken zijn steen voor steen afgebroken en op basis van hedendaagse technieken herbouwd, waarbij de historische aspecten niet uit het oog verloren werden.
Het totale huis (dus 2 en 4 nu) is een replica van een huis dat in de 19e eeuw in de Zon en Maanstraat stond. Dat huis werd o.a. bewoond door Johannes Geradts en op de zolder werd vanaf 1871 het Gooisch Nieuwsblad, de latere Gooi- en Eemlander gedrukt. Het bedrijf verhuisde in 1887 naar Kerkstraat 6.
Na een brand in de nacht van 10 op 11 december 1900 was het huis niet meer bewoonbaar. Er waren echter nog wel de nodige tekeningen en foto’s en op basis daarvan is het huis in 2003 na gebouwd. Van binnen is het natuurlijk van alle moderne gemakken voorzien en ook duurzaamheid had aandacht.
Omdat we aanvankelijk spraken van een klokgevel volgt nog een correctie. Het is een combinatie van een klokgevel en een trapgevel. En de gevel is nu onderdeel van de zijkant van het huis, want de voordeur is te vinden aan de Nieuwelaanstraat en niet in de Herenstraat waar vanuit de foto werd genomen.
De heihuisje – ‘s-Gravelandseweg 184 – 190
De foto is genomen van “De Vier Woningen”” (de heihuisjes), ‘s-Gravelandsweg 184-190. Het zijn vier woningen onder één dak op het terrein van de voormalig buitenplaats Jagtlust. Het is in 1855 gebouwd in opdracht van Jonkheer Six en was gereed in 1856. Het gebouw is een van de oudste huizen aan de s-Gravelandsweg en heeft bijna anderhalve eeuw personeel van Jagtlust gehuisvest. Het is een rijksmonument.
De vorm is gebaseerd op het boerderijtype waarbij het zadeldak ver over de voor- en achtergevel uitsteekt. Door het aanbrengen van het cement oogt het als rustiek vakwerk. De 4 woningen, 2 aan de voor- en 2 aan de achterzijde zijn punt symmetrisch gebouwd. Jonkheer Six liet het bouwen voor arbeiders die voor hem ontginningswerk deden en in kleine huisjes op zijn terrein woonden. Zij trokken in 1856 in dit pand.
Het pand wordt nu door één gezin bewoond maar heeft nog steeds de charme van vier afzonderlijk woningen.
Heilig Hart kerk (Heilig Hart – Heilige Joseph parochie)
De Heilig Hartkerk in Hilversum Noord op het Dr. P.J.H. Cuypersplein werd in 1928 ontworpen door H.W. Valk, die behoorde tot de traditionalistische stroming in de architectuur. Het gebouw kenmerkt zich door zijn robuuste bakstenen bouw en de combinatie van gotische en romaanse stijlelementen.
Het was de eerste rooms-katholieke kerk in de arbeiderswijk Over het Spoor. Dat leidde in het begin nog wel eens tot uitingen van ongenoegen zoals het bekladden van de muren. Het interieur is sober.
De imposante apostelkoppen van J. Cantre vormen de belangrijkste decoraties. Hij ontwierp ook het H. Hartbeeld aan de achterzijde. De gebrandschilderde ramen zijn van J. Nicolas.
Zoals dat voor de Tweede Wereldoorlog nog gebruikelijk was, omslaat het terrein van de kerk heel wat grond. Daar waar nu de flat staat aan de J. v/d Heijdenstraat, stond vroeger de jongensschool “Willibrordus”. Daarachter was aanvankelijk een kleuterschool. En wat nu basisschool “De Wilge” is, was toen de meisjesschool “Gertrudis”. “De Wilge” is dus niet alleen de naam van een boom, maar ook een samenvoeging van die twee namen.
De schoolgebouwen en de kerk waren in een soort vierkant gezet met er tussen in een grote tuin. Op foto’s uit die tijd zie je ook dat deze gebouwen hier in deze wijk als eerste neergezet waren, terwijl alles eromheen nog heide was.
Nieuw Nazareth
Door de ruime opzet heeft de parochie extra gebouwen kunnen neerzetten. In 1990 is het parochiecentrum Nieuw Nazareth gebouwd tegen de kerk aan. De ruimte wordt onder meer gebruikt om na de viering gezellig onder elkaar een kopje koffie te drinken en te praten over dingen die ons bezighouden.
De Drie Berken
In juni 1998 is een nieuw gebouw in de parochietuin geopend. Dat is De Drie Berken. Ook hierin zijn een flink aantal ruimtes voor parochiewerk.
Winterlandschap / kerstschildering op de winkelruit
De maker van de kunstwerkjes is onze Hilversumse Street art artiest Eric van der Vegt. Maker van enorme muurschilderingen. Hij maakte ook de beschildering op de Groest (thema Fabeltjeskrant) die we eerder als fotopuzzel gebruikten.
Hij vertelde dat hij ongeveer 15 tot 20 minuten bezig is per kerstlandschapje en dat hij een zgn. waaierpenseel gebruikt voor de bomen partijen. Hij wist niet meer hoeveel hij er het afgelopen jaar heeft gemaakt, maar als je goed oplet dan zie je ze ineens overal verschijnen in de kersttijd. Dat gaat vast ook dit jaar weer gebeuren. Hij schildert deze kunstwerkjes omdat hij het leuk vindt om z’n dorp een stukje mooier te maken, dus niet in opdracht van een winkelier.
In heel andere stijl zijn zijn muurschilderingen: Voor de buurt, door de buurt, dat is de muurschildering bij de speeltuin aan het Hilversumse Wegaplein. Het urban jungle muurtafereel is gemaakt in de stijl van NPO Zappelin en is zo’n dertien meter breed en zes meter hoog. Fantasievol, vrolijk, kleurrijk en een echte zoekplaat vol dieren.
De vleugels hiernaast zijn te zien op de Zeedijk vlakbij de oude ingang van voorheen V&D.
Ook vind je daar wel duizend hartjes die o.a. door Eric geschilderd zijn.
Beeld ‘Sirenen’ in de Kerkelanden
De foto laat het beeld ‘Sirenen’ van Nick (Nicolaas) Jonk (1928-1994) zien. Het is van brons en werd in 1968 gemaakt. Het beeld stond oorspronkelijk in de Raadhuisvijver, maar is later verplaatst naar de vijver bij de Kapittelweg en heeft als een van de namen Kapittelvijver.
De vijver wordt ook wel de Lutherhofvijver, Kerkelandenvijver, stinkvijver of Mickey Mouse vijver genoemd. Soms lees je zelfs de Donald Duck vijver. Wie het echt weet mag het zeggen.
De naam stinkvijver komt doordat het vroeger de helft was van een rioolwatervijver. De naam Mickey Mouse vijver is mogelijk vanwege de ‘klankassociatie’ met de nabije Emmaus-kerk.
0verigens heeft Kerkelanden zijn naam gekregen omdat met de pachtopbrengsten van het land dat daar lag de kerk van Naarden herbouwd kon worden, nadat die in 1481 in vlammen was opgegaan. Zelfs in de jaren 30 van de vorige eeuw, de beginjaren van het vliegveld Hilversum, moest de pachtsom nog aan de Grote Kerk Naarden betaald worden. Het waren dus ‘landen van de kerk’.
Het beeld Sirenen werd in 1981 onthuld t.g.v. een jubileum van het Gemeentelijk Energie Bedrijf (GEB). In 1981 stond het in de vijver voor het Raadhuis. Sinds 1986 staat het in de Kerkelandenvijver, die toen aangelegd is. In 1997 is het beeld gestolen, maar enkele dagen later weer teruggevonden in het Corversbos. De Hilversumse Sirene is er een uit een serie van 7.
Nic. Jonk heeft op de Rijksacademie in Amsterdam o.a. ook les gehad van Piet Esser (beeld Rosarium), maar haakte in 1953 af, omdat hij een conflict kreeg met Esser, die doceerde vanuit de figuratieve traditie.
Burgemeester Gulcherlaan 34 en 36, vervolg Oppepper 16 juni 2024
Het ensemble was een opdracht uit 1934 van mevrouw IJ.M.G. Vorstelman-Brix, weduwe. Zij wilde niet alleen voor zichzelf een nieuwe woning laten bouwen, maar ook een woning met atelier voor haar zoon Jan, die professioneel fotograaf was. Het is ontworpen door architect E.G.Middag (1897-1985).
Leuk weetje : Architect (Elout) Gerrit Middag, die zijn eerste voornaam er later bij heeft gekregen, maar die zijn aanvankelijk enige voornaam Gerrit is blijven gebruiken.
Hoewel de twee woningen niet passen bij de overige bebouwing aan deze laan, werden ze zonder slag of stoot goedgekeurd door de Hilversumse Schoonheidscommissie (zoals de Welstandscommissie toen nog heette). Gerrit Middag heeft veel woonhuizen voor Hilversum ontworpen, vrijstaande villa’s, maar ook rijtjeshuizen, o.a. aan de Röntgenstraat, de Galileïstraat, de Chrysantenstraat, de Soestdijkerstraatweg en bij de Lorentzvijver.
Eveneens ontwierp architect Middag het huis aan de Albertus Perklaan 73 en wel in 1930. Dit is een veel traditioneler huis dan het ensemble van de foto.
Hoge Naarderweg 47, vervolg Oppepper 9 juni ’24
Het huis werd in 1905 gebouwd onder andere onder architectuur van Jan Hendrik Slot (1871-1945). Het is een zeer smal huis want de totale breedte is slechts de voordeur en het raam. Het oppervlak van het huis is 69 m2. Dan te bedenken dat de achtertuin daar dan weer de helft van is, althans dat vonden we bij de kadastrale gegevens. De tuin is 26 m2 maar dan wel weer op het zuiden.
We denken dat dit huis het smalste huis van Hilversum is. Het smalste huis van Europa staat volgens Google in Amsterdam in de Oude Hoogstraat 22. Dat is een piepklein huisje met een typisch Amsterdamse klokgevel. Daar is de gevel slechts 2,02 meter breed.
Hans meldt ons:
“De puzzelfoto kennen we heel goed, in de jaren eind 1960 begin 1970 woonden onze vrienden in dat huis, dus we zijn daar veel geweest en hebben daar leuke avonden gehad, zij waren Piet en Corry. Piet en ik waren collega automonteur en werkten bij autobedrijf Hoggeur aan de Groest in Hilversum. Piet was 10 jaar ouder dan ik en hij was voor zijn dienstplicht in Suriname geweest, dat vond ik geweldig en dat wilde ik ook, wat ook gebeurd is, en ik heb daar een geweldige tijd gehad, en o ja, bijna vergeten, het huis staat aan de Hoge Naarderweg en het bijzondere aan dit huis is, dat het een heel smal huis is.”
Voormalig tolhuis ‘s-Gravelandseweg 182 (Oppepper 2 juni 2024)
Het tolhuis is in 1900 ontworpen door W. Meijer volgens de traditionele bouwstijl voor een tolhuis. Het heeft stijlmerken van de neorenaissance met verrassende details. Het tolhuis heeft in 2002 de status van Rijksmonument gekregen.
Tijdens de aanleg van het Nimrodpark tussen 1899 en 1902 werd de tol voor de ‘s-Gravelandseweg verplaatst van het kruispunt ‘s-Gravelandseweg – Bussummergrintweg naar een punt ten noordwesten van het Nimrodpark. Dat was de grens van de bebouwde kom toentertijd. In 1900 werd daar dit tolhuis dicht aan de weg gebouwd, maar wel zoals beschreven staat in een akte: minstens 5 meter uit het hart der ’s-Gravelandseweg. Het eenvoudige tolhuis, volgens de traditionele bouwstijl ontworpen, heeft verrassende details zoals gesneden consoles waarop de daklijst rust, lisenen met bossagepanelen en boogvelden, gevuld met rode en gele bakstenen”. Het heeft stijlmerken van de neorenaissance.
Vooral automobilisten, de nieuwe categorie van weggebruikers reden liever een stukje om door het Nimrodpark dan de tol te betalen. Uiteindelijk bracht de tol weinig meer op in het laatje van de zgn. tolgaarder. De Administratie van den Straatweg van ’s Gravenland op Soestdijk besloot tot liquidatie over te gaan zodat de door haar beheerde tollen on 1931 werden opgeheven. De tolheffing werd op 31 december 1930 middernacht om die reden beëindigd. De voormalig tolgaarder vertrok uit het tolhuis en het huisje werd een boswachtershuis.
Europa en de stier (Oppepper 26 mei 2024)
Het beeld Europa en de Stier van beeldhouwer Ek van Zanten (geboren 1933 in Zaltbommel) kreeg in 1962 een plekje op het Laapersveld tegenover nummer 12.
Het beeld stelt de oppergod Zeus voor in de gedaante van een stier. Hij ontvoert de Fenicische prinses Europa naar Kreta. Daar verkracht hij haar en krijgen ze drie kinderen. Eén van die kinderen, Minos, wordt later koning van Kreta. De Minoïsche cultuur wordt gezien als de eerste beschaafde cultuur van Europa.
Volgens de Griekse mythe was het meisje dat Europa werd genoemd de mooiste en meest lieftallige, en schikten de speelgenoten zich gewillig onder haar. Haar afkomst lag in Azië. Zeus vermomd als stier verleidt het meisje en voert haar mee. Zij wordt de aardse gemalin van de oppergod Zeus. Zij zal onsterfelijk zijn want het werelddeel dat haar heeft opgenomen zal voor altijd de naam Europa dragen.
Over het beeld Europa en de Stier
Volgens het boek Ek van Zanten – Zestig jaar beeldhouwer kreeg Ek van Zanten in 1962 opdracht van de gemeente Hilversum om een beeld te ontwerpen. Het was zijn tweede grote opdracht.
Gerlof Zijlstra, in die tijd directeur van museum De Vaart in Hilversum, liet hem diverse locaties zien waar het beeld geplaatst zou kunnen worden. De keuze viel op het Laapersveld. Voor het ontwerp, gieting en plaatsing was een budget van ongeveer f 5.000,- beschikbaar.
Ek van Zanten ontwierp het beeld en noemde het Ontvoering van Europa. Onder de naam Europa met de Stier is het in 1962 geplaatst aan de Laapersweg, nabij de oever van de vijver van het Laapersveld.
Het beeld Europa met de Stier is in 1963 bekroond met de Cultuurprijs van de gemeente Hilversum. Op 4 maart 1963 kreeg Ek van Zanten uit handen van Joost Johannes Gerardus Boot (1902 – 2002), burgemeester van Hilversum, de prijs uitgereikt, bestaande uit een bedrag van f 1000,- en een oorkonde, ontworpen door Pam George Reuter (1906 – 1998), graficus, houtsnijder, illustrator, tekenaar. Naar de mening van de jury had Ek van Zanten als jong beeldhouwer bijzondere kwaliteiten en was hij een veelbelovend beeldhouwer, wat bleek uit Europa met de Stier. In de ogen van de jury was Ek van Zanten met dit beeld erin geslaagd om het reeds vaak uitgebeelde onderwerp “Europa en de stier” op originele en intelligente wijze met zuiverheid en groot plastisch bereik uit te werken en het onderwerp ondergeschikt te maken aan het scheppen van ruimte.
Het bankje van Prof. Dr. Jacobus van Rees (Oppepper 19 mei 2024)
Dit bankje staat sinds 8 juli 1933 op de hoek Hoge Naarderweg met de Godelindeweg/Insulindelaan en is er ter nagedachtenis van Prof. Dr. Jacob van Rees (Amsterdam 1854-Hilversum 1928).
Op Wikipedia wordt hij een christen-anarchistisch drankbestrijder en antimilitarist genoemd. Van Rees vestigde zich in 1891 in Hilversum als arts, en heeft een actieve rol gespeeld in de strijd tegen het gebruik van alcohol en tabak, vóór de vrije ontwikkeling van het individu en vóór het vegetarisme.
Hij was hoogleraar biologie maar tevens christen-anarchistische drankbestrijder en antimilitarist. Als drankbestrijder heeft hij veel betekend voor Hilversum.
De bank staat vlakbij de plek waar van Rees gewoond heeft op de Godelindeweg 20 (inmiddels helaas afgebroken) en is ontworpen door de architect H.A. van Anrooij, een zoon van de opdrachtgever van het huis, waar van Rees het langst heeft gewoond. De Amsterdamse beeldhouwer Johannes Gustaaf Wertheim vervaardigde het portret. De bank werd door de Internationale Order of Good Templars op 8 juli 1933 aangeboden aan de gemeente Hilversum.
Van Rees was toegetreden tot de Internationale Orde van Goede Tempelieren. Deze order keerde zich tegen drankmisbruik. Van Rees werd in 1883 geheelonthouder en was in 1897 initiatiefnemer tot de oprichting van de Algemene Nederlandse Geheel Onthouders Bond. In 1908 richtte hij de eerste loge op van de Internationale Orde van Goede Tempeliers. Ook was hij in 1899 oprichter van een grote landbouwkolonie in Blaricum. Een zeer bewogen actieve man dus.
In 1931 werd voor Van Rees een rode kastanje geplant in het plantsoen op de hoek van de Hoge Naarderweg en de Godelindeweg/Insulindelaan op verzoek van de Hilversumse afdeling van de Algemene Nederlandse Geheel Onthouders Bond. Op 8 juli 1933 werd daarna de daarbij geplaatste bank onthuld. De bank wordt de Van Reesbank genoemd. In een gepolijst gedeelte van de keerzijde is een in memoriam ingehakt “In memoriam den oud-voorzitter der I.O.G.T. 16-04-1854 – 4-1-1928 aan de gemeente Hilversum overgedragen”. Achter de zitbank is een bloembak, gedekt met zwart verglaasde Siegersdorfer gevel-deksteen. De bak behoort gevuld te zijn met blauwe bloemen, de kleur van de geheelonthouders.
Toen de redactie de foto nam was de bak gevuld met hedera, dus men houdt zich niet echt aan de wensen van de gevers.
Polar Bear (Oppepper 12 mei 2024)
Het monument Polar Bear staat in het plantsoen voor Hotel Gooiland, bij de rotonde nabij de St. Vituskerk.
Op 7 mei herdenkt Hilversum de gesneuvelde Britse bevrijders, bekend als de Polar Bears. Ze waren de eerste geallieerde troepen die de stad bevrijdden aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Hoewel velen denken dat de Canadezen Hilversum bevrijdden, was het eigenlijk de Britse infanteriedivisie, de Polar Bears. Na operaties in onder andere IJsland (waar ze hun bijnaam kregen) en Noorwegen, bereikten de Polar Bears enkele dagen na D-Day Normandië, om vervolgens richting Nederland op te rukken.
In het voorjaar van 1945 kwamen ze vastberaden als eersten aan in Hilversum, waar op 7 mei de Duitsers capituleerden. Bij de aankomst van dertig verkenners van de Britse 49e Infanterie Divisie – bijgenaamd Polar Bears – stonden die dag duizenden Hilversummers te wachten op de trappen van Gooiland. Vervolgens reden de Polar Bears door naar Amsterdam, waar ze een tragisch vuurgevecht op de Dam meemaakten.
Een dag later, op 8 mei, keerden ze terug naar Hilversum, waar ze zich vestigden in Trompenberg. Hun verblijf eindigde tragisch op 10 mei toen bij het inleveren van Duitse wapens een antitankmijn ontplofte, waarbij 13 Polar Bears het leven lieten. Zij werden begraven op de Noorderbegraafplaats. Elk jaar herdenkt Hilversum deze moedige soldaten.
In 2020 werd op Bevrijdingsdag ter ere van hen een speciaal monument onthuld door nu oud-burgemeester Broertjes, ter gelegenheid van 75 jaar bevrijding. Het beeld van de witte ijsbeer tegenover Grand Hotel Gooiland herinnert ons aan hun offer. Het beeld is gemaakt door de Hilversumse kunstenaar Sven Lamme.
Niet alleen Hilversum heeft een polar bear als herdenking aan deze bevrijders, ook in Utrecht staat een ijsbeer. Maar door een andere kunstenaar. En op de Zevenheuvelenweg in Groesbeek staat ook een reliëf van een ijsbeer die mogelijk verwijst naar dezelfde Infanterie Divisie.
Big Kastenmann – Erwin Wurm (Oppepper 5 mei 2024)
Het beeld op de puzzelfoto van zondag 28 april is gemaakt door de Oostenrijkse kunstenaar Erwin Wurm en getiteld ‘Big Kastenmann’, 2012/2017. Het staat in de passage Hilvertshof. Je zou zeggen: niet te missen. Maar je komt natuurlijk niet om naar kunst te kijken in het Hilvershof, als je er al komt.
Zijn werken maken deel uit van prestigieuze collecties over de hele wereld, waaronder het Solomon R. Guggenheim Museum, The Walker Art Center, Museum Ludwig en het Centre Pompidou.
Tussen de reeks sculpturen komt Big Kastenmann (2012), wat zich vertaalt als ‘grote doosman’, naar voren als een torenhoge figuur, met een grote doos als torso, gekleed in een formeel roze en grijs colbert, en op speelse wijze de traditionele verwachtingen ondermijnend. Dit was Wurms eerste grootschalige openbare kunstproject, dat in 2012 buiten het Standard Hotel in New York City werd tentoongesteld. Het is gemaakt van gegoten aluminium.
Hieronder hetzelfde beeld op diverse plaatsen …….
Spelende kinderen – Hein Koreman (Oppepper 28 april 2024)
Het beeld Spelende kinderen van beeldhouwer Hein Koreman (1921 – 2012) staat op de speelplaats van Elckerlyc Buitenschoolse Opvang naast het Roland Holstcollege en de Vondelschool aan de Schuttersweg 36a in Hilversum.
Het zijn drie kinderen, die in een kring als in een molen ronddraaien. De kindervreugde, de dolle pret, straalt er van af.
De figuren zijn alle drie op een zelfde wijze gestileerd. Ze leunen naar achteren en heffen één been op, hun armen grijpen in elkaar.
Daardoor ontstaat een ononderbroken ritme in het beeld
Anton Gerits (oud Senverlid) schreef er een mooi gedicht over.
Wij draaien als een molen rond,
met kleine pasjes op de plaats
staan onze voeten bijna stil
en zitten onze hoofden elkaar na,
wij zijn een molen met drie wieken
een carrousel waarin wij zwieren,
elkaar allen zien in een streep
totdat wij lachend in één zwaai
elkaar, bevrijdend en toch bang,
al tollend in de armen vallen
en zitten blijven op de grond
waar wij ook wel een beetje horen,
maar als u kijkt staan wij al weer
zo ziet u ons hier altijd draaien
en daarom houdt het nooit meer op.
Hein Koreman
Hendrik Koreman werd in 1921 geboren in het Noord-Brabantse Lage Zwaluwe. Hij ontving zijn opleiding aan de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg en de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Zijn werk bestaat uit sobere, gestileerde figuren met de nadruk op houding en gebaar, waarmee beweging wordt gesuggereerd. Zijn beeldhouwwerk werd beïnvloed door de Italiaanse beeldhouwers Giacomo Manzù en Marcello Mascherini. In 1957 behoorde Koreman tot de uitgenodigde kunstenaars voor de tentoonstelling Nederlandse Beeldhouwkunst in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. De kunstenaar woonde en werkte in Breda, waar meerdere van zijn werken in de openbare ruimte zijn geplaatst.
Het beeld Spelende kinderen is in 1959 gemaakt. Een tweede beeld, “De Dans“, van Koreman staat op de kop van de Pieter de Hooghlaan en is van 8 jaar later. “De Dans“ is veel dynamischer weergegeven. De twee vrouwenfiguren staan beiden op één been, elkaar met de armen vasthoudend. De ene figuur echter flink groter dan de andere, en de ruggen zijn in een andere richting gebogen, waardoor ze een evenwicht lijken te zoeken. Dat maakt het beeld veel spannender dan de “Spelende kinderen”.
Noorderbegraafplaats (Oppepper 14 april 2024)
Er kwamen heel wat reacties op de puzzelfoto.
Martijn schrijft: Dudok was één van de beste vrienden van mijn grootvader. Zij ontmoetten elkaar in Breda op de KMA. Mijn grootvader ging daarna naar Nederlands Indië en Dudok ging de utiliteitsbouw in. Ze hebben altijd contact gehouden en in 1929 kwam mijn grootvader met gezin naar Hilversum. Tot mijn grootvaders dood (1963) bezochten ze elkaar.
Gerard schrijft: Tijdens de restauratie in de jaren ’90 laaide de discussie op over de juiste (originele) kleur van de gebouwen. Dudok schijnt het zelf ooit eens als wit aangeduid te hebben maar onderzoek naar de lagen verf die in de loop der tijd (bij overschilderen) waren gebruikt, wees uit dat de originele kleur licht okergeel moet zijn geweest, hetgeen door heel wat oudere Hilversummers werd betwist. Hoe het echt was zal wel nooit meer duidelijk worden. In 1929 bestond kleurenfotografie nog niet!
Yvonne heeft een vraag: Wat vreemd is: de Noorderbegraafplaats ligt aan de “Berlagevijver” een andere beroemde architect. Maar misschien was deze vijver er al en is daarna deze begraafplaats gevestigd? Wie weet daar meer van?
En Alice schrijft : Voor mij [was deze puzzel] een makkie, want ik kom er vaak, Mijn man rust daar en in hetzelfde graf liggen 4 generaties van zijn familie.
Nog een interessant weetje: (met medewerking van Meindert)
Op de Noorderbegraafplaats rusten zestien Britse militairen, die hun leven gaven voor de bevrijding van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zij behoorden tot de Britse 49ste (West Riding) Infanterie Divisie, de zogenaamde Polar Bears. Die bijnaam dankte de divisie aan haar dienst op IJsland. De leden droegen op hun uniform het embleem van een onverzettelijke ijsbeer. Drie dagen na de bevrijding van Hilversum voltrok zich op 10 mei 1945 een tragedie: bij het inleveren van Duitse wapens bij Soestdijk explodeerde een zware antitankmijn. Daarbij vonden dertien Polar Bears de dood. Op 12 mei 1945 werden hun lichamen hier onder grote belangstelling ter aarde besteld. In de twee maanden daarna kwamen nog drie Britse soldaten om het leven. Zij kregen een laatste rustplaats naast hun kameraden.
Over de muur van Pinetum Blijdenstein (Oppepper 7 april 2024)
De oprichter van de tuin – bankier Benjamin Willem Blijdenstein – woonde op landgoed Vogelenzang aan de ‘s-Gravelandseweg en was een verwoed verzamelaar van exotische vruchtenbomen. Blijdenstein liet de muur uitvoeren als een spouwmuur. Die dubbele muur hield de warmte vast waardoor de peren en andere vruchten van de fruitbomen, die tegen de muur stonden, eerder rijp waren. Dat gebeurde in een tijd dat de meeste woningen in Hilversum nog met eensteensmuren werden opgetrokken. De muur werd in 2015 gerestaureerd. Daarover kan je meer lezen in dit krantenartikel.
Omdat er boefjes uit de buurt waren die zich door de muur niet lieten tegenhouden om appeltjes en peren te pikken, gaf Blijdenstein opdracht om glasscherven bovenop de muur te metselen.
Overigens is Pinetum Blijdenstein een bezoek meer dan waard, niet alleen vanwege de bijzondere collectie coniferen, maar ook vanwege de tientallen soorten rododendrons. Het is goed toeven op het terras van het bezoekerscentrum en er worden allerlei activiteiten georganiseerd.
Onlangs is een nieuw paviljoen gereed gekomen. Informatie over (de bouw van) het nieuwe paviljoen; vind je in Blijdenstein Nieuws nr. 45 vanaf bladzijde 5.
In november 2021 was er een graffiti-incident met deze muur. Dit wordt beschreven in dit artikel (dat helaas alleen te openen is door abonnees van de Gooi- en Eemlander.)
Een uitgebreid overzicht over Botanische tuin Pinetum Blijdenstein is hier te lezen.
Jaap Ter Haar (Oppepper 31 maart 2024)
Dit keer hadden we een foto van het huis van een Hilversumse schrijver. Het huis van Jaap Ter Haar aan de Larixlaan 12 (voorheen ’t Hoogt van ’t Kruis 2).
Jaap Ter Haar Jaap werd in 1922 geboren. Hij groeide op in een hecht gezin. Zijn moeder bracht haar kinderen de liefde voor het boek bij. Ze las hun veel voor,
Jaap is de schrijver van o.a. de serie Saskia en Jeroen en de 4-delige serie Geschiedenis van de Lage Landen en heeft hier gewoond met zijn ouders, broers en zus. Hij schreef de serie over Saskia en Jeroen, gebaseerd op zijn eigen tweeling.
Later verhuisde hij naar de Eikenlaan in Hilversum. Nu woont nog steeds een familie Ter Haar op dit adres. Misschien een zoon of een kleinzoon met het gezin?
Informatie over de kinderboeken van Jaap Ter Haar lees je hier.
Ook leuk om te lezen in ‘EigenPerk 1995/2’:
Blz. 80 ….. over de moeder van Jaap ter Haar
En – tegen het eind van het citaat – het adres Larixlaan 12:
Blz. 89……
Blz. 90…..
De oude begraafplaats ‘Gedenk te Sterven’ (Oppepper 17 maart 2024)
Midden in het centrum (Oude Torenstraat) van Hilversum ligt een bijzonder gemeentelijk monument, de oudste begraafplaats van Hilversum ‘Gedenkt te Sterven’. Als een der eerste begraafplaatsen van Nederland, gelegen buiten de gemeentegrenzen, werd deze historische begraafplaats op 1 januari 1793 geopend.
Al direct mocht deze buitenbegraafplaats zich in een grote belangstelling verheugen van niet alleen de Hilversummers, maar ook vanuit de omgeving zoals bijvoorbeeld bewoners van de ‘s-Gravelandse buitenplaatsen.
Tot in 1943 is ‘Gedenkt te Sterven’ als begraafplaats in gebruik geweest. Na de sluiting verslechterde de onderhoudssituatie en pogingen om deze voormalige begraafplaats nieuwe allure te geven strandden. Dit leidde tot de oprichting – op 13 april 1996 – van Stichting ‘De Hof’.
Stichting ‘De Hof’ heeft ten doel de verdere restauratie en het in stand houden van de begraafplaats. De stichting wil dit bereiken door zich onder meer in te zetten voor herstel en behoud van de historische muur, de zerken en gedenktekens en het oude paden-en bomenpatroon. Daarnaast zal de stichting dit fraaie en rustige stukje Hilversum, dat inmiddels in het drukke centrum ligt, weer openstellen voor eenieder die ‘s zomers de rust en koelte zoekt onder de oude beuken en ‘s winters wil mijmeren over de vergankelijkheid van het bestaan.
Meer informatie valt te lezen op de website van Stichting ‘De Hof’.
Ter illustratie en ter aanmoediging om deze plek te bezoeken stuurde Cok deze foto’s.
De Grote Kerk op de Kerkbrink (Oppepper 10 maart 2024)
De toren aan de Oude Torenstraat is middeleeuws, om precies te zijn gebouwd in 1481. Een uiterst sobere kerktoren in laatgotische bouwstijl, drie geledingen hoog, met balustrade en hoge spits. Achter de toren stond een 15e-eeuwse kerk met schip en koor, gewijd aan Sint-Vitus, beschermheilige van ’t Gooi. Deze RK-kerk ging rond 1575 over in protestantse handen. De kerk werd in 1629 grotendeels verwoest door oorlogsgeweld (80-jarige oorlog), de toren bleef grotendeels gespaard. In 1766 werd de kerk tijdens een grote dorpsbrand opnieuw getroffen, ditmaal was er ook schade aan de toren. Na beide branden werd de schade hersteld. Een 19e-eeuwse foto van de kerk laat een sobere kerk zien. Toren, schip en verlaagd driezijdig gesloten koor met steunberen, e.e.a. zonder opsmuk. Een stemmige eenvoudige dorpskerk. Rond 1890 had de hervormde gemeente meer ruimte nodig. Nogal overijverig besloot men schip en koor van de kerk te slopen. De toren bleef dit lot bespaard. Hoe gek het ook klinkt. het nieuwe kerkgebouw achter de laatgotische, sobere toren werd opgetrokken in een druk versierde versie van de neorenaissance.
Nadat je de oude toren hebt bekeken sta je wat verbijsterd naar dit totaal niet bijpassende kerkgebouw te kijken. Een gemiste kans, die men niet herstelde toen het kerkgebouw in 1971 wederom werd verwoest door brand. Men bouwde het neorenaissancegebouw gewoon weer op, achter de middeleeuwse toren. De kerk is tweemaal afgebrand, in 1766 en 1971; de torenspits ging in vlammen op, maar de muren bleven staan en de toren kon beide keren worden gerestaureerd. Een filmpje van de brand in 1971 vind je hier.
In de loop der tijd is de kerk omsloten door 20e-eeuwse moderne gebouwen, hetgeen het gebouw geen goed doet.
De Regenboogkerk (Oppepper 18 februari 2024)
Op de puzzelfoto zien we de Regenboogkerk.
Symboliek
Het is een van de kerkgebouwen van de Protestantse Gemeente Hilversum. De naam van de kerk is ontleend aan het Bijbelse verhaal over de zondvloed. Nadat Noach met zijn gezin en de dieren in de ark de zondvloed heeft overleefd, verschijnt de regenboog als teken van het verbond van God met de mensen. Het symbool van de regenboog refereert aan de oude belofte uit de bijbel dat God trouw is.
De letters op de gevel van de kerk zijn in de kleuren van de regenboog en ook in het gebouw zijn op verschillende speelse manieren de kleuren van de regenboog verwerkt. Ze verwijzen dus naar de naam van de kerk. Die ook een soort overkoepeling vormt, want de kerk was/is bestemd voor een aantal hervormde en gereformeerde wijkgemeentes die gefuseerd zijn en zo onder één dak terecht kwamen. Ook wordt wel genoemd: de symboliek achter de versiering is om aan te tonen dat iedereen, ongeacht seksuele voorkeur, geaardheid en afkomst, welkom is.
Vele verklaringen voor het gebruik van de regenboog dus.
Over het gebouw
De kerk is in 2000 – 2001 ontworpen door het Amsterdamse architectenbureau UN Studio Van Berkel & Bos, dat ook verantwoordelijk voor het ontwerp van de Erasmusbrug in Rotterdam.
Zelfs de Erasmusbrug heeft soms regenboogkleuren, zoals deze foto laat zien.
Het is een licht, modern gebouw en door de matglazen gevel blijft er binnen een verbinding bestaan met de omgeving. Vanaf de gang op de bovenverdieping bieden de glazen ramen een doorkijk in de kerkzaal. De inrichting van de kerkzaal is met de grote witte wanden bewust sober gehouden.
Ontvangst door de omwonenden
De buurt moest niets van de komst van het nieuwe godshuis hebben. De omwonenden vreesden overlast te krijgen van het luiden van de kerkklokken en het verkeer van de kerkgangers.
Esmé schrijft ons: “Ik woon er vlakbij en heb de sloop van het – ik meen – gezinsvervangend tehuis (Drakesteijn, stond op een hekpilaar) nog gezien, dat was rond 2000. De bewoners verhuisden naar het verbouwde kerkpand van de voormalige kerk van de Gereformeerde Gemeente aan de Albertus Perkstraat 4. De buurt was nogal verrast door de “plastic schoenendoos” die er verrees. Nog lang daarna kwam ik vaak een man tegen in de buurt die alle voorbijgangers er continu op aansprak: “Verschrikkelijk he!! Dat ze zoiets kunnen neerzetten!”. Hij kon er niet over uit, vergeleek het met de “doos” van het Gamma-pand op het industrieterrein.”
Ook Annemarie woonde er vlakbij en vindt het ontwerp niet bepaald mooi. Ze vindt de Erasmusbrug veel mooier,
Het uiterlijk van de kerk was voor menigeen even wennen. Het gebouw kreeg namen als: zwembad, fabriekshal, “de Gamma” of “de glasbak”. Maar het gebouw kwam er toch, tot grote teleurstelling van de gemeenteleden, maar zónder luidklok.
Jeugdsentiment
Willem voegt er nog een persoonlijke herinnering aan toe: vroeger stond hier een prachtig huis en er was een klein klooster van de zusters van de heilige Juliana die hielpen mensen in nood. Ze werden hier de Juliaantjes genoemd. In de jaren vijftig kwamen ze bij mensen thuis als moeder ziek was om het gezin te helpen met eten koken en het huishouden. Ik kwam uit een groot gezin met 10 kinderen. Goed katholiek dus. En ik weet nog dat de Juliaantjes bij ons kwamen als mijn moeder ziek was.
Klik hier om meer informatie over de Regenboogkerk te krijgen.
Voormalig Lucent/Philipsgebouw aan de Jan van der Heijdenstraat hoek Larenseweg
(Oppepper 28 januari 2024)
De stalen witte schommel van 8 meter kan je haast niet ontgaan wanneer je de rotonde tussen de Larenseweg en de Jan van der Heijdenstraat neemt. Het spel van licht, schaduw en beweging wekt de illusie van een schommelend kind aan de 30 meter hoge gevel. Het meisje op de schommel staat voor nieuwe energie en vrolijkheid – een symbolische referentie naar de Lucent gebouwen die met hun nieuwe huurders nieuw leven hebben gekregen.
Het kunstwerk heet In Full Swing (In volle gang) en is gemaakt door Studioninedots, de architect van het huidige appartementen complex en het hoofdkantoor van De Alliantie. Hier – in dit filmpje -zie je het kunstwerk in meer detail.
Van industrie naar woningbouw
Op deze plek over het spoor verrees op het einde van de negentiende eeuw langs de Larenseweg industrie. Eerst werden de fabrieken neergezet voor de verffabriek Ripolin, later werd dit bedrijf op deze plek overgenomen door Philips Telecommunicatie, aan het eind van de twintigste eeuw fuseerde dit bedrijf met het Amerikaanse AT&T, wat als afgesplitst bedrijf later de naam Lucent Technologies kreeg.
Op deze plek stonden een viertal aan elkaar gekoppelde grote kantoorpanden, die echter na het verdwijnen van Lucent uit Hilversum leeg kwamen te staan. In 2015 werd besloten een aantal van deze gebouwen af te breken en er woningen en flatgebouwen te realiseren. Een tweetal gebouwen aan de Larenseweg/Jan van der Heijdenstraat werden echter behouden met een interne ombouw naar een appartementen complex voor sociale woningbouw en een kantoor complex voor woningbouwvereniging De Alliantie.
De vijver bij Anna’s Hoeve
(Oppepper 14 januari 2024)
Tja, het was best moeilijk om de juiste locatie van de foto van vorige week te weten te komen. Dat de fotograaf op flinke hoogte stond hielp natuurlijk niet echt mee en ook niet dat de foto in een ander jaargetijde was gemaakt, maakte het nog moeilijker.
Twee bergen
De foto hierboven toont het uitzicht vanaf de “(oude) Anna’s Hoevese Berg” zoals die in de volksmond genoemd werd/wordt. Even verderop is een nieuwe “Anna’s Berg” ontstaan op initiatief van oud-wethouder Sjors Wolf. De nieuwe berg bestaat uit sterk vervuilde grond die afgedekt is met schoon zand. De oude “Berg” was een vooroorlogs werkverschaffingsproject in de jaren dertig. Gemeentearchitect Dudok maakte het ontwerp. 130 werklozen werden aan het werk gezet met schop en kruiwagen. Met het uitgegraven zand werd een 24 meter hoge heuvel gerealiseerd. De foto is vanaf deze heuvel genomen. Onderaan de heuvel, langs de vijver, liep een geasfalteerde weg. Die weg en het fietspad zijn verleden jaar verwijderd. Door de vijver is een vlonderpad aangelegd dat vanwege de overmatige regenval nu al enige tijd onder water staat.
Sneeuwpret
Ouderen die in Hilversum zijn opgegroeid kunnen mooie verhalen vertellen over sneeuwpret op de heuvel en over restaurant Anna’s Hoeve met een klein pretpark en bootjes op de vijver.
Vanaf de top van de oude “Berg”, bijna 24 meter boven NAP (dus ca. 20 meter hoger dan de omgeving), kijk je ongeveer in zuidwestelijke richting naar de horizon en heb je het mooie uitzicht van de puzzelfoto. Met in het midden de brug die door de boswerkvrijwilligers meestal aangeduid wordt/werd als de “Bergvijverbrug”. De laatste weken was deze vijverbrug nauwelijks te zien, vanwege de hoge waterstand. Daarvan verschenen berichten in de Gooi-en Eemlander.
Onderhoud
Een van de leden van Senver was oprichter van een vrijwilligersgroep voor wekelijks onderhoud in het hele gebied Anna’s Hoeve, later ook uitgebreid met Monnikenberg aan de zuidkant van de spoorlijn naar Baarn. Dat is in Hilversum de oudste nu nog steeds bestaande natuurwerkgroep. De werkgroep (formeel een vrijwilligersgroep van het Goois Natuurreservaat, eigenaar van Anna’s Hoeve) draait nog steeds als een tierelier. Tijdens de korte Senverwandelingen op woensdagmiddag kommen de wandelaars de werkgroep meermalen ergens tegen. Want op woensdagmiddag is ook de Bosploeg altijd in actie.
Jo(h)annes Fredericus (Jan) van Hengel
(Oppepper 24 december 2023)
Jo(h)annes Fredericus (Jan) van Hengel (Grootebroek, 6 maart 1811 – Hilversum, 18 april 1892) was een Nederlandse arts. Hij was afgestudeerd en gepromoveerd aan de medische faculteit van de Leidse Universiteit en vestigde zich in 1838 als verloskundige in Hilversum.
Naar Hilversum
Hij schrok zo van de slechte leefomstandigheden en het gebrek aan hygiëne, dat hij eigenlijk er niet wilde wonen. Zijn professor maakte hem duidelijk dat hij er dus veel goed werk kon verrichten.
Zijn dokterspraktijk in Hilversum begon in 1838. Vierenvijftig jaar lang bleef hij in Hilversum het vak van huisarts met hart en ziel uitoefenen. Tevens was hij een onverpoosd strijder voor betere maatschappelijke toestanden. Van hem ging het initiatief uit voor de behartiging van allerlei medische en hygiënische belangen, in het bijzonder ten dienste van de minder bedeelden. Hiertoe behoren de warme spijsuitdeling (1854 -1930), een badhuis (1857), doelmatige woningbouw en andere nuttige inrichtingen voor de arbeidersklasse (1862).
Sociaal zeer bewogen
Hij had een drukke praktijk maar besteedde ook veel tijd aan het schrijven van medische artikelen over het voorkomen van ziekten in het Tijdschrift voor Gezondheidsleer en in de Schat der Gezondheid. Hij regelde ook gratis voedselverdeling en inentingen tegen pokken. In 1875 stelde hij de Geneeskundige plaatsbeschrijving in Gooiland samen.
Voorts was hij de eerste voorzitter van de kring Het Gooi en Omtrek van de Maatschappij ter Bevordering der Geneeskunst (1854-1860), welke later voortzetting vond in de afdeling Gooi en Eemland van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering van de geneeskunst (1890). Hij was medeoprichter van het Herstellingsoord Trompenberg (1875-1922).
Dr. van Hengel heeft zich onderscheiden als een buitengewoon markante voorvechter met vooruitziende blik op het gebied van de volksgezondheid in die tijd, toen daaraan in deze streek nog zeer veel ontbrak.
Schedelonderzoek
In 1877 was hij betrokken bij een wisseltruc die pas in 2005 werd ontdekt. In het belang van schedelonderzoek had hij drie schedels uit graven op Urk ontvreemd en doorgespeeld aan hoogleraar Pieter Harting (1812-1885) van de Universiteit van Utrecht. Pas op 5 juni 2010 zijn de schedels weer naar Urk gegaan, waar zij op 20 juli werden herbegraven.
Zie ook deze link van Stadstuin de Hof over Dr. van Hengel.
De voormalige VARA-studio aan de Heuvellaan 33 (Toelichting bij Oppepper 10 december 2023)
Martein heeft persoonlijke herinneringen aan de voormalige VARA studio. Hij schrijft: “Toen het nog VARA-studio was ging ik als kind regelmatig met het gezin naar de zondagmiddag(radio)concerten (16 – 17 uur).
Je zag dan voor het eerste de radiopresentator aan een bescheiden tafeltje zitten achter de microfoon. Altijd vreemd om een ‘radiostem’ tot leven te zien komen. Zo zag en hoorde je Coen Serré (groot en statig) en Donald de Marcas (schriel en ingetogen). Maar beiden prachtige radiostemmen.”
Dankzij Annemieke, Gerard Bob en Frits zijn we aan heel wat informatie over de studio’s gekomen. Dank hiervoor.
Bij een villa in Hilversum, waar de VARA gevestigd was, hebben de architecten Eibink en Snellebrand een nieuw studiogebouw ontworpen. Deze uitbreiding is ontstaan na bestudering van het BBC-studiogebouw in London en het studiogebouw van de Deutsche Rundfunk in Berlijn. De bestaande entree van de villa werd uitgebreid en voorzien van een portiersloge en een garderobe. Als markering van het gebouw werd ook een grote toren gebouwd.
Ter ere van het eerste lustrum en het behalen van 100.000 leden, op 1 november 1930, is deze uitbreiding tot stand gekomen. Een gebeeldhouwde steen in de hal, gemaakt door Hildo Krop, is hiervoor als gedenkteken geplaatst. Hildo Krop maakte voor de VARA-studio in Hilversum verschillende beeldhouwwerken. In 1931 is er door Eibink en Snellebrand een ontwerp gemaakt voor de uitbreiding van het kantoorgebouw. De architect P. Elling heeft van 1958 tot 1961 het gebouw compleet vernieuwd. Met deze uitbreiding zijn alleen nog de radiostudio’s en de toren van Eibink en Snellebrand bewaard gebleven. De entree is aanzienlijk vergroot en er zijn, in drie fasen, drie nieuwe vleugels aangebouwd waar onder meer zes nieuwe studio’s zijn gehuisvest.
Nu vind je er het Muziekcentrum van de Omroep (MCO). Dat doet het met de huidige spelers; het Radio Filharmonisch Orkest, het Groot Omroepkoor en het Metropole Orkest.
Hierover lees je hier meer.
Vervolg puzzelfoto uitleg op 19 november ’23
Het ‘Verstild kunstwerk’ is van Shlomo Koren en was een initiatief van de Stichting “Initiatie comité Kunstwerk op de Kerkbrink voor en van Kraaijeveld-Wouters”, i.v.m. het afscheid van de toenmalige burgemeester mevrouw Jeltien Kraaijeveld-Wouters. Ze was burgemeester van Hilversum in de periode 1988 – 1997. Het kunstwerk (zie foto 1) bestond uit een brok graniet verzonken in de bestrating, overstroomd door een vlies water met in klinkers daaromheen aangebrachte versregels van Seamus Heaney, Gerrit Kouwenaar en Peter Lievaart.
Foto 1: de oude situatie
In 1999 werd het kunstwerk aangepast i.v.m. klachten over de veiligheid. In verband met herinrichting van de Kerkbrink en wegens de vele kritiek op het werk is begin 2006 het graniet bedekt met zand en daaroverheen bestrating, zie foto 2.
Foto 2: de huidige situatie
Het gedicht bij het museum
Het gedicht van de puzzelfoto is te vinden in het plaveisel aan de noordkant van de kerkbrink. Dus voor het museum. Het gedicht is van Gerrit Kouwenaar (1923-2014)
Het is heden, men moet weer passeren, verteert,
zijn schrede na schrede voltooide stilstand
de bron is gesust, de grond braakt een wonder, nooit
dronk de aarde de dorst zo volmondig
het vlees dat het steen bikt bejubelt het pij
waarachtiger leugen is vrijwel onmogelijk
wat rest is het raadsel, bevrijd van zijn zenen
is het helder als afval, lekker als waarheid
daar staat het gespiegeld in duurzamer water
terwijl men al morgen, gelukkig, wanhopig –
Over de maker van het kunstwerk
Shlomo Koren (Keulen, 3 september 1932 – Amsterdam, 16 november 2013) was een Israëlische beeldhouwer en schilder. In 1936 ontvluchtte hij met zijn ouders Duitsland. Zij vestigden zich in het Brits mandaatgebied Palestina. Hij ontving tot 1959 zijn opleiding aan de Bezalel Kunstacademie in Jeruzalem. Thema in zijn abstracte en minimalistische werk is onthechting. De kunstenaar reisde in 1960 met zijn echtgenote naar Europa en besloot in Amsterdam te blijven.
Met dank aan Henk Roos voor de foto’s.
Villa Tromperbergerweg 6, Oppepper 5 november ’23
Je komt bijna nooit langs deze villa, tenzij je er natuurlijk woont of op bezoek gaat. De villa is gelegen aan de Trompenbergerweg 6. De doodlopende laan waar deze villa staat loopt van de Jacobus Pennweg tot de Krugerweg (de rondweg).
Rijksmonument
Jan Lamme heeft in 1988 voor de Hilversumse Historische Kring Albertus Perk een uitgebreid artikel geschreven over de toen nog niet verbouwde villa. Dit artikel is hier te vinden. Daarin is o.a. te lezen:
VILLA “Buen Retiro”, gebouwd in Neo-Renaissance stijl in 1875, toegeschreven aan I. Gosschalk, met latere uitbreidingen en gesitueerd op een heuvel op een ruim perceel omsloten door de Trompenbergerweg, Jac. Pennweg en de Krugerweg in het villapark de Trompenberg. De villa is loodrecht op de Trompenbergerweg geplaatst, zodat de voorgevel goed zichtbaar is vanaf de zuidzijde. De toren aan de noordzijde is tussen 1893 en 1900 verdwenen.
Op de website van Het Dudok Architectuur Centrum lezen we: Hoog op de Trompenberg staat de villa “Buen Retiro” in neorenaissancestijl, gebouwd in 1875 naar het ontwerp van de Amsterdamse architect I. Gosschalk. Oorspronkelijk was de villa van een toren voorzien om van het weidse uitzicht te kunnen genieten. Vanaf de Trompenbergerweg heeft men goed zicht op de rijk gedetailleerde voorgevel. Naar voorbeeld van de renaissance bevat de villa een souterrain en een bel-etage en een risaliet (een vorm van een aanbouw waarmee een ontwerp esthetisch mooier en groter wordt. Een risaliet springt over de volle hoogte van een gebouw naar voren i.t.t. een erker) met een halsgevel die wordt bekroond door een rondboog met schelpmotief. De villa is gerestaureerd en gelijktijdig aan de achterzijde met een nieuw appartementencomplex uitgebreid. (Bron: Dudok Architectuur Centrum)
Architect Gosschalk
De Amsterdamse architect Izak (Isaac) Gosschalk (Amsterdam, 18 april 1838 – Brussel, 10 oktober 1907) was een Nederlands architect en ingenieur, voorzitter van de afdeling Amsterdam van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst en gemeenteraadslid te Amsterdam. Hij was erelid van onder meer de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, het Genootschap Architectura et Amicitia en het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap. Als vroegste propagandist van de herleving van de architectuur uit de periode 1560-1630 geldt hij als een van de meest invloedrijke architecten uit het laatste kwart van de negentiende eeuw. Een uitgebreid artikel over hem is hier te vinden.
Rozekruisers
Het Rozekruisers Genootschap (tot 1977) was van net na WO II tot 1977 in het gebouw gevestigd.
Rozenkruisers zijn leden van spirituele en culturele bewegingen die steunen op het gedachtegoed van verschillende teksten die in de vroege 17e eeuw in Europa gepubliceerd werden, en die het bestaan van een tot dan toe onbekende broederschap in de wereld aankondigden.
Het woord rozenkruiser is ontleend aan de naam Christian Rosenkreuz, die voorkomt in een aantal teksten die tussen 1612 en 1616 werden gepubliceerd. De hoofdpersoon in die teksten is een Christiaan Rosenkreuz, die de oprichter zou zijn van een broederschap. Dit broederschap zou ten tijde van de eerste gedrukte uitgaven weer een periode van opbloei meemaken en de manifesten nodigen de lezers uit deel uit te gaan maken van het broederschap. De manifesten hadden in met name Midden-Europa nogal wat opwinding tot gevolg.
Oranjebomen, Oppepper 7 mei ’23
Ter gelegenheid van belangrijke gebeurtenissen in het leven van leden van de koninklijke familie, zoals geboorten, kroning of huwelijk worden tot op de dag van vandaag Oranjebomen geplant. Ook in Hilversum zijn Oranjebomen geplant. Bij de geboorte van prinses Juliana – op 30 april 1909 – wilde de vereniging Bloemenkwartier al een Julianaboom planten. Omdat het bestuur geen goede plek kon vinden en omdat er onvoldoende geld in kas was, bleef dat bij een wens. Begin 1913 werd het idee weer opgepakt. De vereniging vroeg het college van B en W om op 30 april een Julianaboom te mogen planten op de hoek van de Bosdrift en de Hilvertsweg, bij waar nu het badhuis staat aan de Meidoornstraat. Bloemenkwartier stelde voor dit doel 25 gulden beschikbaar. De gemeenteraad besloot om op de gewenste plek een plantsoen aan te leggen, met plaats voor een boom en een steen. De raad stelde na heel wat gediscussieer 135 gulden beschikbaar voor de aanleg van het 40 m2 grote plantsoen inclusief het planten van een lindeboom en een gedenksteen. De lindeboom was al wat eerder geplant en om half 11 op 30 april 1913 werd de gedenksteen in het plantsoentje rond de Julianaboom onthuld.
De plechtigheid werd door een groot publiek bijgewoond en er was ook nog een concert bij de Julianaboom. Omdat de lindeboom het niet naar behoren deed werd er al na twee jaar een nieuw exemplaar geplant. Het opschrift van de steen, die van de Loosdrechtse heide afkomstig zou zijn, luidde: Julianaboom, geplaatst 1913, vereniging Bloemenkwartier.
In 1936 werd er voor de 26-jarige prinses Juliana een echtgenoot gevonden, waarmee de troonopvolging was veiliggesteld. De verloving van het stel (op 8 september 1936) ging ook in Hilversum niet onopgemerkt voorbij. Rondom de feestelijkheden ontstond het idee een Prins Bernardboom te planten bij de reeds bestaande Julianaboom in het plantsoen tegenover het badhuis (maar dan aan de andere kant van het voetpad). Kort daarop vroeg het comité Juliana-linde, dat was begonnen met collecteren met lijsten en bussen, bij de gemeente vergunning voor het planten van een Prins Bernardboom. Op de huwelijksdag van prinses Juliana (donderdag 7 januari 1937) was het dan zover. Ook bij deze boom werd een kei geplaatst waarop waarschijnlijk geschreven stond: Prins Bernardboom, geplant januari 1937 Comité Julianaboom.
Algemene begraafplaats – Bosdrift 12, Oppepper 23 april ’23
Juist deze week in het nieuws i.v.m. de Hilversumse Architectuurprijs 2023, want hoewel de vakjury een andere keuze maakte, ging de publieksprijs naar de aula van deze begraafplaats. Deze begraafplaats is een rijksmonument.
In het kort:
Begraafplaats Bosdrift is een historische begraafplaats in Hilversum die in 1890 werd opgericht door de landschapsarchitect L.A. Springer. Het ontwerp van de begraafplaats was geïnspireerd op de Engelse tuinstijl, met kronkelende paden, groene gazons en een verscheidenheid aan bomen en planten. Het terrein omvat verschillende monumentale grafmonumenten en graven van bekende Nederlandse persoonlijkheden.
De ontwerper J.A. Springer ligt hier zelf ook begraven.
Voor wie een overzicht wilt zien van de begraven personen op Bosdrift, kan kijken in dit overzicht.
Sinds het aantreden van Anita van Loon als directeur van de uitvaartstichting Hilversum, biedt deze plaats ook (beperkt) natuurbegraafplaatsen aan.
Enkele historische gegevens:
Bron: ( https://rijksmonumenten.nl/monument/522719/algemene-begraafplaats-bosdrift/hilversum/)
BEGRAAFPLAATS, behorende tot het complex ‘Algemene begraafplaats Bosdrift’, in 1889 aangelegd naar het ontwerp van L.A. Springer in landschapsstijl en in 1912 uitgebreid naar het ontwerp van gemeentearchitect P. Andriessen, gesitueerd aan de noordwestzijde van de Bosdrift achter de begraafplaatsaula en erfscheiding, bereikbaar vanaf de zuidwestzijde en noordoostzijde door dubbele inrijhekken, ter weerszijden geflankeerd door enkele toegangshekken. De andere zijden van de begraafplaats worden afgescheiden door hagen en draadhekken.
Omschrijving
Begraafplaats, met de paden in de lengterichting aangelegd naar het noordwesten, oorspronkelijk in de as van de begraafplaatsaula, maar in 1912 naar het zuidwesten aanzienlijk uitgebreid. De graven liggen gerangschikt langs de gebogen paden met een vloeiend verloop, waardoor tussen de paden min of meer ovale en ellipsvormige grondpatronen ontstaan. Het beeld wordt met name bepaald door grote bomen en groepen van groenblijvende bomen op cruciale plaatsen, zoals bij de splitsing van paden of midden op een kruispunt van paden. Bijzondere boomsoorten zijn de zilveresdoorn en de vrij opgegroeide Thuya met unieke afmetingen. De beplanting betreft drie categorieën: groen blijvende coniferen en bladplanten; heesters, struikheesters, dekheesters en bloemstruiken en (gazon)bomen. Het beeld langs de gebogen paden wordt zodoende omzoomd door bomen, opgaand tussen en achter de rijen graven.
Waardering
De begraafplaats, hoofdonderdeel van het complex ‘Algemene begraafplaats Bosdrift’ is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische, alsmede typologische waarde als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een begraafplaats naar het ontwerp van L.A. Springer in landschapsstijl uit 1889, gesitueerd aan de noordwestzijde van de Bosdrift aan de rand van het centrum van Hilversum.
Actuele informatie:
Na de aanstelling van de huidige directeur Anita van Loon is hier veel gebeurd.
Zij heeft o.a. een boekje in 2021 uitgeven met de titel “Bosdrift leeft weer” .
Onderstaande tekst overgenomen van de bron ( https://www.nhnieuws.nl/nieuws/294583/begraafplaats-bosdrift-is-in-ere-hersteld-en-opent-haar-deuren-vanaf-17-november)
Vanaf 1963 werden er op de begraafplaats alleen nog maar bijzettingen gedaan. Door de decennia heen raakte het complex steeds meer in verval. In 2019 werd Anita van Loon directeur van Uitvaartstichting Hilversum. Ze wist het direct: met deze begraafplaats en het prachtige monumentale pand midden in Hilversum wil ik iets!
In volle glorie lijkt het alsof de tijd heeft stilgestaan op Bosdrift. Met respect voor het oorspronkelijke ontwerp van architect Leonard Springer is de begraafplaats weer in ere hersteld. Ook het pand, wat al tientallen jaren leeg stond, is gerenoveerd en weer in gebruik genomen. Hierbij zijn alle oorspronkelijke en door de tijd ontstane kenmerken zo veel mogelijk behouden. Ook het luiden van de oude bel tijdens begrafenissen komt weer terug.
“De ornamenten in de eerste klas wachtruimte zijn uiteraard gerenoveerd, maar we zijn veel verder gegaan om de oude details van het pand te bewaren”, vertelt Van Loon. “Op sommige stukken muur zit stucwerk, andere delen kijk je naar een ruwe muur. De oude vloer is behouden. Soms puur, soms met in het verleden geverfde delen. De tijdgeest van het pand hebben we op deze manier kunnen bewaren”.
In alles straalt Van Loon uit dat ze voelt op welke manier deze begraafplaats een plek in de maatschappij kan hebben: “In de zomer zitten mensen op een bankje en voelt Bosdrift aan als een stadspark. In de winter lopen de mensen er verloren bij. De oude tweede klas wachtruimte is daarom omgebouwd tot een rouwcafé, iets unieks in Nederland. Vrijwilligers bieden daar bezoekers van de begraafplaats een luisterend oor. En een gratis kopje koffie of thee. Het hoeft niet alleen maar over geld te gaan. Wij willen verbinden”.
Festina Lente – Eikbosserweg 5, Oppepper 16 april ’23
Het mooie huis en de prachtige boom aan de Eikbosserweg 5 maakten heel wat los onder de Senver leden. Er kwamen berichten van Liesbeth die er tot 35 jaar geleden heeft gewoond: “De foto van deze week is het huis waar mijn overleden man en ik 18 jaar hebben gewoond. Destijds stond het RKZ er nog. De zolderetage verhuurden wij aan 3 verpleegkundigen van het RKZ. Zij hadden hun eigen toilet, keuken en douche. Beneden verhuurden wij het aan de firma Sesam, uitgeverij van de Sesam encyclopedieën. Op de 1e etage woonden we zelf, zo konden wij uit de huur van de zolder en begane grond de hypotheek betalen. Het heeft een prachtig trappenhuis en het glas in lood in huis is geweldig mooi. Met veel plezier hebben wij er gewoond”.
“De eigenaren die het huis van ons kochten”, vertelt Liesbeth in een ander bericht, “hebben er wel 30 jaar gewoond en hebben er een naam voor bedacht. Toen wij het kochten van mevrouw Zoetelief, woonde de huishoudster in het kleine zijkamertje, het heeft ons heel veel moeite gekost haar eruit te krijgen. Als het goed is staat er in de garage een bord met de naam Zoetelief, vroedvrouw o.i.d.. Wij vonden dat dat bord bij het huis hoorde”.
Ook de volgende bewoners blijken lid van Senver. Anne-Jet meldt vanuit Friesland: “Een heerlijk huis waar we met onze kinderen 33 heerlijke jaren hebben doorgebracht. Ja, wij hebben de naam bedacht. ‘Festina Lente‘ betekent ‘haast u langzaam’. Die naam kwam ook omdat we wel een beetje gek werden van de langs scheurende brommertjes. We wonen nu sinds een paar jaar elders in Hilversum. Ja en het bord van mevrouw Zoetelief staat nog in de garage want ook wij vonden dat het bord bij het huis hoorde”.
De huidige bewoners blijken familie te zijn van Marion K. Zij stuurde een krantenberichtje mee.
En dan woont Willemien weer tegenover dit mooie huis. Dat Claire het dan ook goed had moge duidelijk zijn.
Cok stuurde mooie foto’s en van Bob kregen we de historische informatie: Het pand is uit 1912 en de eerste eigenaar was B. de Vries. Van deze opdrachtgever is verder niets bekend. Over wie de architect was is ook niets terug te vinden. Binnen in het huis zijn mooie kenmerken te vinden, zoals een binnendeur met glas in lood.
Witte Kruislaan 6, Oppepper 9 april ’23
Het gepleisterde gebouw met de smallere derde bouwlaag heeft opvallende jugendstil-details. Bij de villa is een landschappelijke siertuin met centraal een vijver van H. Copijn en een architectonische tuin van D.F. Tersteeg (circa 1920). Van 1946 tot 1952 was de villa als ‘Sanatorium Lommerrijk‘ in gebruik als een Bewarings-en verblijfskamp.
In 1948 was het Rijksinstituut tot Opleiding van Hogere Ambtenaren voor het Korps Rijkspolitie en de Gemeentepolitie.
In ca. 1970 is dit instituut verplaatst naar Arnhem. Er kwam vervolgens het Landelijk Selectiecentrum voor Politie (LSCP). Dit werd in 1999 opgeheven. Inmiddels zijn er in het pand appartementen gevestigd maar ook is er bedrijvigheid waar te nemen als je langs het pand rijdt.
Villa Ostwalt is vernoemd naar de eigenaar van de villa, de Amsterdamse zakenman Oswalt. Het pand is in 1898 ontworpen als een kubusvormig bouwwerk met risaliet (naar voor springend deel van de gevel), dat verhoogd is opgetrokken. De in 1898 in hoofdopzet symmetrisch ontworpen eclectische villa is gebouwd in Art Nouveaustijl met chalet-invloeden.
Lees hier verder over het monument Ostwalt in Hilversum.
Bij de oplossing van de puzzelfoto van 27 november 2022
Cok stuurde weer een mooie beschrijving en daar maken we dankbaar gebruik van.
Volksbond bouwvereniging Hilversum is opgericht op 25 februari 1907, de oudste en kleinste bouwvereniging in Hilversum. In 1957 kon de corporatie uiteindelijk haar tweede complex realiseren: 52 woningen aan de Stroeslaan en de Buisweg. Het eerste complex werd al in 1917 gebouwd.
Op internet las Cok (bewerking):
In 1917 zette de Volksbond bouwvereniging Hilversum 54 arbeiderswoningen neer aan de Larenseweg en de (nieuwe) Conradstraat, midden op de hei, halfweg Laren. De bouwplannen werden in 1914 goedgekeurd. Toen er 500 leden waren geworven die gezamenlijk tien procent van de bouwsom voor hun rekening namen, kon dit eerste bouwplan worden uitgevoerd. De rest van het geld werd van het Rijk geleend. De woningen, telkens twee of vier aan elkaar, kostten gemiddeld 2230 gulden. De verhuur ging niet van een leien dakje: voor nogal wat Hilversummers was een huur van 2,90 of 3,15 gulden per week te hoog gegrepen. Dat gold niet voor de diamantslijpers. Het merendeel van hen schaarde zich bovendien onder de banieren van de geheelonthoudersbonden, waarmee de Volksbondbouwvereniging nauwe banden had.
Pas in 1957 kon de corporatie haar tweede complex realiseren: 52 woningen aan de Stroeslaan en de Buisweg. Zeven jaar later werden, samen met de Omroepbouwvereniging, 72 flatwoningen aan de Banckertlaan gebouwd.
In 1961 ontstond een conflict tussen de Volksbondbouwvereniging en de huurders van de Larenseweg/Conradstraat. De bewoners voelden – uit angst voor een huurverhoging – niets voor een verbetering van het 44 jaar oude complex. Het bestuur trad af. Het nieuwe bestuur wist de huurders wel te overtuigen van de noodzaak van de renovatie. Die werd in 1965 uitgevoerd. Gangen, kamers, wc’s, keukens en overlopen werden grondig onder handen genomen. Ook kregen de bewoners badcellen.
Bij de oplossing van de puzzelfoto van 13 november 2022
Cok van Schaik stuurde een uitgebreide beschrijving bij de oplossing van de puzzelfoto van 13 november 2022
De afgebeelde ‘wandschildering’ is een keramisch wandkunstwerk (mozaïek) dat ‘de worsteling van aartsvader Jacob met God weergeeft, zoals die staat beschreven in de Bijbel (Genesis 32:25-31). In de worsteling stond Jacob oog in oog met de Engel en daarom gaf hij die plaats de naam Pniël (het Hebreeuwse woord voor ‘Aangezicht van God’) ontwerp: Pieter van Velzen / keramiek Jan Oosterman. Dit kunstwerk is te vinden boven de ingang van de Pniëlkerk aan de Van Ghentlaan. Toen deze kerk in 1958/1959 gebouwd werd stond deze solitair midden op de hei richting Zonnestaal. De bebouwing eromheen is van latere datum. Persoonlijke noot: vanaf mijn geboorte ben ik lid van de gemeente (Christelijke Gereformeerde Kerk Hilversum) die in dit gebouw samenkomt. Vóór 1960 kwam deze kerkelijke gemeente samen in het kerkgebouw aan de Zeedijk (foto) Aan de rechterzijde van dat gebouw is de achterzijde van het winkelpand van V&D (Kerkstraat) te zien. Later is dit kerkgebouw gesloopt ten faveure van de uitbreiding van V&D.
Saillant detail: Toen de Pniëlkerk in 1960 in gebruik werd genomen, waren niet alle leden enthousiast over het kunstwerk dat boven de ingang werd gesitueerd. In de 10 geboden in de Bijbel staat immers dat er geen afbeeldingen van God gemaakt mogen worden en dit beeld werd door hen gezien als een overtreding van dit gebod. De betreffende leden weigerden onder het beeld door de kerk te betreden en kozen ervoor om lid te worden van een andere kerk of via de ‘achterdeur’ het kerkgebouw te binnen te gaan.
In de ruim 60-jarige geschiedenis van dit gebouw zijn er verschillende renovaties geweest, waarvan de resultaten veelal binnen in het gebouw zichtbaar werden. De meest recente renovatie heeft in 2020/2021 plaatsgevonden. Het kerkgebouw werd op 11 juli 2021 weer in gebruik genomen. Op onderstaande foto’s is duidelijk te zien dat het interieur van de kerkzaal een totale metamorfose heeft ondergaan.
De kerkbanken hebben plaatsgemaakt voor stoelen en de inrichting in de lengterichting heeft een kwartslag gemaakt. Het liturgisch centrum is verplaatst van de smalle zijde (zuidwest) naar de brede zijde (noordwest). Ook de benedenverdieping is grondig verbouwd naar een meer eigentijdse gebruiksvorm; veel glas en licht. De moeite waard om het gebouw te bezichtigen, hetgeen tijdens Open Monumentendag ook ruimschoots gebeurd is.
Door de fusie met de Rehobothgemeente (Kleine Drift) heeft de kerkelijke gemeente – en het gebouw – een andere naam gekregen: Het Kompas. Hoewel de bushalte aangeduid blijft al ‘halte Pniëlkerk’? 😊
Het Dudok Architectuur Centrum (DAC) vermeldt op internet:
Pniëlkerk
1958-1960 / Cornelis Trappenburg
Van Ghentlaan 47, Hilversum
De Christelijk-Gereformeerde Pniëlkerk aan de Van Ghentlaan werd gebouwd naar een ontwerp van de Hilversumse architect Cornelis Trappenberg (1892-1978) en in 1960 in gebruik genomen. De kerk ligt prominent op de zichtas aan het einde van de Van Ghentlaan en is een exemplarisch voorbeeld van een kerk uit de Wederopbouwperiode. Het kerkgebouw met hiermee verbonden kosterswoning en de losstaande klokkentoren zijn in 2008 aangewezen als gemeentelijk monument.
Heidevelden
Ter vervanging van de kerk aan de Zeedijk, die te klein was geworden, kocht de Christelijk-Gereformeerde gemeente eind jaren vijftig een perceel aan de Van Ghentlaan voor de bouw van een nieuwe kerk. Het terrein bevond zich te midden van de heidevelden op een nog onbebouwd deel van Hilversum, ten zuiden van de Diependaalselaan. De omliggende bebouwing van de Staatslieden- en Zeeheldenbuurt kwam in de jaren daarna tot stand.
Wederopbouwstijl
Architect Trappenburg ontwierp een rechthoekige kerkgebouw in een typische wederopbouwstijl. Het gebouw werd opgetrokken in lichtbruine, schone baksteen en kreeg een flauw hellend zadeldak. Typerend is de betonnen omlijsting van de entree die ook terug te vinden was bij de hoge, uitkragende vensters in de zijgevel. De kosterswoning werd met een tussendeel verbonden met de kerk. Kenmerkend voor de bouwperiode is de vrijstaande klokkenstoel met één luidklok die bestaat uit een open constructie van betonnen staanders en dwarsbalken.
Cornelis Trappenburg
Trappenburg had een architectenbureau in Hilversum en ontwierp eerder de gereformeerde Noorder- en Oosterkerk in Hilversum. Een kerk verwant aan de Pniëlkerk is de voormalige Ontmoetingskerk aan de Minckelerstraat uit 1963. Vóór de Tweede Wereldoorlog bouwde hij villa’s en (woon)winkelhuizen in een zakelijke stijl verwant aan de Amsterdamse School en Dudok.
Kunstwerk
Boven de entree bevindt zich een keramisch mozaïek van Pieter van Velzen (1911-1990) en Jan Oosterman (1876-1963) uit 1961. De kubistische voorstelling betreft Jacob worstelt met de Engel, de scène uit het Oude Testament waar de naam Pniël naar verwijst.
Aanpassingen
In de jaren tachtig werden de vensterpartijen vernieuwd waarbij de kenmerkende roedeverdelingen verloren gingen. Trespaplaten werden over de betonnen lijsten aangebracht. In 1994 werd onder het bordes een fietsenkelder gebouwd. De kerk wordt thans opnieuw aangepast en verduurzaamd, met behoud van oorspronkelijke geveldetails.
De Zaaier, het bronzen beeld aan de voorgevel van de oude AVRO-studio
Wilco Meijer, ooit penningmeester bij de A.V.R.O. schreef het volgende:
De Zaaier… Wat ik van dat beeld weet, heb ik bijna allemaal opgenomen in de collectie Memorabilia van de AVRO (met enig zoeken te vinden op internet). Daar staat: De Zaaier is het bronzen beeld dat sinds 1951 aan de voorgevel van de oude AVRO-studio hangt. Drie meter lang, 1500 kilo zwaar, gemaakt door beeldhouwer Pieter Starreveld, door het bestuur in 1948 aangeboden bij het 25-jarig jubileum van de AVRO. Bij de vaststelling van het onderwerp is gedacht aan de Zuid-Afrikaanse naam voor het woord omroep. In Zuid-Afrika noemt men de omroep: de uitsaai korporasie. Het beeld is dus een aether-zaaier.
Het gedetailleerde antwoord dat Marian en Jaap (zie verderop, red.) geven, geeft veel details die ik niet kan verifiëren, maar ik kan mij best voorstellen dat het allemaal zo is gegaan. De auteur heeft waarschijnlijk bestuursnotulen kunnen inzien. Enkele kleine opmerkingen:
- Er is een relatie tussen het begrip aether-zaaier en de naam van de omroep in Zuid-Afrika, maar dat er enig financieel contact tussen die omroep en de AVRO zou zijn geweest, lijkt mij inderdaad een fabel.
- Het gewicht van 2000 kilo is nogal zwaar. Ik houd het op 1500 kilo. Zo staat het ook in een Radiobode-artikel van 9 december 1951.
En Marian en Jaap hadden dus nog meer informatie:
Het beeld bevindt zich aan de gevel van het vml. A.V.R.O. gebouw.
Ter gelegenheid van het 25 jarig jubileum ( in 1948 ) besloot het AVRO bestuur in overleg met architect Merkelbach (éen der architecten van het gebouw), beeldhouwer Starreveld aan te trekken voor een beeld aan de gevel van AVRO gebouw.
Starreveld maakte 4 ontwerpen gebaseerd op motieven uit de Griekse mythologie, zijn grote inspiratiebron, o.a. Pegasus(een gevleugeld paard)en een Muze ( een godin met harp). Directeur Willem Vogt kon zich niet vinden in de onderwerpkeuze en stelde voor een zaaier als voorbeeld te gebruiken. Een beeld van een etherzaaier.
Starreveld ontwierp 2 studies, beiden vrouwenfiguren. Merkelbach vond echter, dat de zaaier van het mannelijke geslacht diende te zijn. Daarin kon iedereen zich vinden.
Op 2 december 1951 werd het 3 meter hoge en 2000 kg. wegende beeld aan de gevel bevestigd.
Er gaat echter ook een verhaal rond, dat het beeld een jubileumgeschenk zou zijn van de Suid Afrikaanse Uitsaai Korporasi (S.A.U.K.), de Zuid-Afrikaanse omroep, maar dat is bij de AVRO altijd ontkend. Andere Hilversumse werken van Starreveld zijn:
- Sport en Spel (Binnentuin gymnasium Vaartweg), heeft ook nog gestaan bij het Sportpark en zwembad de Lieberg.
- Artemis,(de Vrouw met de 2 hertjes en sperwer) (Tennispark Ceintuurbaan)
- Jeugd, Vrede, Bescherming, Levenskracht.
De laatste twee zijn geschenken resp. t.g.v. het 25- en 40-jarig jubileum van de NSF.
Meer over architect Vixseboxse – Oppepper 10 juli ’22
Na de tweede Boerenoorlog vertrok het gezin, niet geheel vrijwillig terug naar Nederland. Hij ging wonen in de Koningstraat 56, en ontwierp voor zijn gezin het huis aan de J.H.B Koekkoekstraat 34. Daar woonde het gezin maar kort, want in 1907 vestigden ze zich weer in Kaapstad.
In de Hilversumse tijd ontwierp J.E.Vixseboxse dit mooie en bijzondere winkelpand. Met duidelijk wat Kaapse kenmerken, volgens de kenners. We herkennen ook wel de Jugendstil in dit ontwerp. De opdrachtgever was J.W. van de Wetering. Deze was winkelier in ijzerwaren en gereedschappen.
De gevel (b)lijkt, wat het gedeelte boven het huidige winkelgedeelte betreft, nog helemaal origineel. De oorspronkelijke winkelruimte bestond uit twee lagen (onder het erkergedeelte). Ter hoogte van de huidige eerste verdieping was een galerij met vitrines. Daardoor oogt het raamkozijn op de eerste verdieping nu wat vreemd/groot, maar daar was oorspronkelijk geen verdiepingsvloer, zodat het daglicht via die raampartij naar binnen viel, de winkel in.
Over de gevelstenen boven Kerkstraat 90 en 92
De gevelstenen nodigden Cok van Schaik uit verder te zoeken naar de betekenis. Met name de middelste afbeelding van de gevelsteen van nr. 92 intrigeerde hem. Let op: het zijn slechts mijmeringen die al surfend op het internet binnenkwamen en waar hij persoonlijke conclusies aan verbond, niet wetenschappelijk of historisch onderbouwd….. maar dan zien jullie waar zo’n puzzelfoto mensen toe kan brengen….
Wat hij vond: De caduceus (van Hermes / Mercurius) bestaat uit een gladde staf waarrond zich 2 slangen naar boven winden met bovenop 2 vleugels. In dit symbool is het geheim uitgedrukt van de oorspronkelijke geneeskunst. De twee slangen staan symbool voor de mannelijke en de vrouwelijke energie in het menselijk lichaam die samen een dans in balans maken. Als de balans verstoord wordt dan wordt het lichaam ziek. Vandaar ook de balans op de afbeelding? Het was een universeel symbool, gevonden ook in Egypte, Mesopotamië en Indië, waar het altijd vrede, harmonie en evenwicht symboliseerde.
Verder: Veer in inktpot en opengevouwen perkament staat voor onderwijs, wijsheid, literatuur. Dit samen met de drie boeken de aanduiding van de oorspronkelijke boekwinkel? In dat geval zouden de afbeeldingen op de andere gevelsteen kunnen staan voor de oorspronkelijke kruidenierszaak? Cok heeft na veel zoeken op internet dus nog niet de exacte betekenis van de symbolen gevonden en hij is reuze benieuwd of iemand die wel weet. Reageren kan op deze pagina.
Mooi verhaal over De Zaaier (v/m AVRO-studio). Ik mis het “gedoe” over een verdwenen punt. Achter de letters A, V en R had een punt gezeten. Bij het verwijderen en opbergen van de letters en de punten, bleken er nog maar 2 punten te zijn. Waar de derde is gebleven is bij mijn weten nooit opgehelderd.